Solliciteren les 3
1 / 17
Lesson duration is: 40 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
VACATURE =
A
Bonnetje uit een winkel
B
Werkplek bij een bedrijf
C
Goed kunnen samenwerken
D
Een gebroken been of voet
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Link
Vaardigheid =
A
Aardig zijn voor je collega's
B
Een boot besturen
C
Iets wat je niet leuk vindt
D
Iets wat jij goed kunt.
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Slide
Arbeids-
overeenkomst =
A
Lijst met bedrijven waar je kunt werken.
B
Afspraken over klusjes die je thuis moet doen.
C
Afspraken over het werken bij een bedrijf
D
Afspraken over hoe je met je collega's omgaat.
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Link
Formeel =
A
Zakelijk en volgens de regels
B
Met formeel bak je brood.
C
Iemand uit jezelf helpen
D
Denken dat je beter bent dan iemand anders
Slide 12 - Quiz
Functie =
A
Het salaris wat je krijgt
B
De taak of taken die iemand doet.
C
Ander woord voor werk
D
Samenwerken
Slide 13 - Quiz
Opzegtermijn =
A
De tijd om je arbeidsovereenkomst te stoppen.
B
Dit zijn je werktijden.
C
De tijd om te praten over je werk.
D
De tijd die je nodig hebt om thuis te komen van werk.
Slide 14 - Quiz
CAO =
A
Controle Aardbeien Onderzoek
B
Controle Allemaal Onzin
C
Collectieve ArbeidsOvereenkomst
D
Collectieve Afzet Onderwijspersoneel
