hv1p - di 24 mei 2

Welkom hv1p!
Telefoon in de telefoontas? Pak je spullen! 
Wat heb je nodig?

  • Lesboek
  • Schrift
  • + pen of potlood
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom hv1p!
Telefoon in de telefoontas? Pak je spullen! 
Wat heb je nodig?

  • Lesboek
  • Schrift
  • + pen of potlood

Slide 1 - Slide

Wat gaan we deze les doen?

  • gezamenlijk een fragment lezen
  • verder met de lesstof: we leren over de bijwoordelijke bepaling

Slide 2 - Slide

Tijd om te lezen

We lezen gezamenlijk
fragmenten 

Slide 3 - Slide

Hoe zat 't ook alweer?
We hebben het gehad over het meewerkend voorwerp
In zinnen met een lijdend voorwerp kan ook een mw voorkomen, 
het geeft aan voor wie iets bestemd is. 

Aan/Voor wie + werkwoordelijk gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp? 

Slide 4 - Slide

Je kunt onderstaande zinnen uitbreiden. 
Bedenk bij elke zin een extra zinsdeel op een passende plaats in de zin en vul in.
  1. Voor haar kinderen kookt mevrouw Smidt een gezonde maaltijd.

  2. De arts schreef de patiënt een kuur voor.

  3. De zon schenkt ons warmte en vitamine D. 

Slide 5 - Slide

Bijwoordelijke bepaling?
Ik loop.
-> Dit is een complete zin, met persoonsvorm, onderwerp en gezegde

Je kunt de zin aanvullen:
Ik loop op zondagochtend met mijn broertje door het bos en weer terug via de duinen.



Slide 6 - Slide

Bijwoordelijke bepaling?
Je kent nu:
  • persoonsvorm
  • onderwerp
  • werkwoordelijk gezegde
  • lijdend voorwerp
  • meewerkend voorwerp
Wat overblijft is meestal de bijwoordelijke bepaling

Slide 7 - Slide

Bijwoordelijke bepaling?
De bijwoordelijke bepaling geeft meestal antwoord op de vraag:
Hoe? Hoelang? Hoever? Waar? Waardoor? Waarheen? Waarom? Waarover? Waarvandaan? Waar? Wanneer?

  • Hij fietste naar het sportveld
  • Daarna ging de kabouter de vloer vegen omdat zijn huisje vies was.

Slide 8 - Slide

Bijwoordelijke bepaling?
Let op: niet alle bijwoordelijke bepalingen geven antwoord op een vraag. Ook woorden als niet, wel, zeker, absoluut, eigenlijk, allicht, natuurlijk, misschien, vermoedelijk en waarschijnlijk zijn bijwoordelijke bepaling.

Niet in alle zinnen komt een bijwoordelijke bepaling voor, 
maar een zin kan ook meerdere bijwoordelijke bepalingen bevatten.

Slide 9 - Slide

Bijwoordelijke bepaling?
Zo vind je de bijwoordelijke bepalingen

1. Noteer onderwerp en werkwoordelijk gezegde.
2. Zoek naar lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp.
3. De zinsdelen die dan nog overblijven, zijn meestal een bijwoordelijke bepaling.

Slide 10 - Slide

Aan de slag!
Wat? Je maakt opdracht 1 en 2
van hoofdstuk 6 grammatica - zinsdelen (p. 188-189) 
Hoe? 5 minuten stil. Daarna mag je fluisterend overleggen.
Hulp? Lees je boek. Lukt het niet, steek je hand op.
Tijd? 15 minuten.
Resultaat? Je leert over de bijwoordelijke bepaling.
Klaar? Dan maak je opdracht 4 en 5. 
                                                           

timer
15:00

Slide 11 - Slide