Workshop 4 - Beweging 2

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

De les begint zo

Stap 2:

Pak je

Laptop

Pen en papier

Stap 1:

Jas uit, telefoons weg

Beweging 2

Versnelling, vertragen en diagrammen

30 minuten uitleg

60 minuten oefenen

Herhaling

Beweging 1

De omrekenfactor van m/s naar km/h is...

1. delen door 3,6
2. keer 3,6

De formule om de gemiddelde snelheid te bereken is...

Tamara rijdt met haar auto 1 uur en legt 60 kilometer af. Wat was haar gemiddelde snelheid?

1. 30 km/h
2. 30 m/s
3. 60 km/h
4. 60 m/s

Versnelling

.

Negatieve versnelling?

Negatieve versnelling

Als iets vertraagd (langzamer gaat bewegen) is er sprake van een negatieve versnelling. 

Je geeft dit dan ook in je antwoord aan!

Versnelling berekenen

Versnelling, uitgedrukt in m/s² met symbool 'a' (acceleration)

Tijd, uitgedrukt in s met symbool 't'

Snelheid, uitgedrukt in m/s met symbool 'v'

Versnelling berekenen

versnelling = snelheid / tijd

a = v / t

(kort) Voorbeeld:

Een auto trekt op en heeft na 2 seconden een snelheid van 20 m/s. 

Wat was de versnelling?

10 m/s²

Een sprinter versnelt van stilstand naar een snelheid van 10,0 m/s. Hier doet zij 4 seconden over.

Bereken de versnelling.

Wat is een s-t-diagram?
Wat is een v-t-diagram?

Rondvraag ->

wat zien we?

Wat voor grafiek is het?

Wat gebeurt er in de grafiek?

1. Het voertuig remt
2. Het voertuig behoudt zijn snelheid
3. Het voertuig versnelt

A is het (v,t) diagram van een eenparig versnelde beweging: De snelheid neemt gelijkmatig toe.

Wat gebeurt er in de grafiek?

1. Het voertuig remt
2. Het voertuig behoudt zijn snelheid
3. Het voertuig versnelt

C is het (v,t) diagram van een eenparig vertraagde beweging: De snelheid neemt gelijkmatig af.

Wat gebeurt er in de grafiek?

1. Het voertuig remt
2. Het voertuig behoudt zijn snelheid
3. Het voertuig versnelt

B is het (v,t) diagram van een eenparige beweging: De snelheid blijft constant

Afstand bepalen v-t-diagram

Opp = hoogte x breedte

De oppervlakte onder de grafiek
= afstand

waarom -> s = v x t

afstand = 20 x 4 = 80 m

bij driehoek; delen door 2!

Gedurende vier seconden heb je een snelheid van 20 m/s

4 x 20 = 80 m

Afstand bij een versnelling

1e driehoek

t= 4 s

v= 5 m/s

opp. driehoek =

(lengte x breedte) : 2

(4 x 5) : 2 = 10 m

Dus afgelegde afstand is

10 meter.

Zijn er nog vragen voordat jullie aan de slag kunnen?

Zelfwerktijd

Ga fluisterend met je MC aan de slag aan het werkblad

Tips en tops van de les?

Volgende les

Theorietoets Kracht en Beweging

- Op papier

- Pen en potlood mee

- Niet grafische rekenmachine mee