Kt2 5.4 Grammar: adjectives and adverbs



Adjectives & Adverbs 5.4
Make notes!


1 / 20
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson



Adjectives & Adverbs 5.4
Make notes!


Slide 1 - Slide

Slide 2 - Link

Our goal...
Vandaag gaan we naar de adjectives and adverbs ( bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden) kijken.

Doel: aan het einde van de les weten we het verschil tussen een adjective en adverb en weten hoe we deze moeten toepassen.

Slide 3 - Slide

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?
Give an example…

Slide 4 - Mind map

Zelfstandig & bijvoegelijk naamwoord...
Een bijvoegelijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord.
Het mooie meisje
De knappe jongen
een blauwe stoel
Een zelfstandig naamwoord is een ding, dier of mens en je kunt er vaak de, het of een voor zetten.

Slide 5 - Slide

bijvoegelijk naamwoord - adjective...

Wanneer gebruik je een bijvoeglijk naamwoord?
Basisregel: een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord.     A beautiful car. ("beautiful" zegt iets over "the car".)
Een bijvoeglijk naamwoord hoef je niet te veranderen, je kunt het zo overschrijven.
 

Slide 6 - Slide

bijwoord- adverb...
Wanneer gebruik je een bijwoord?
Basisregel: een bijwoord zegt iets over een werkwoord
(actie in de zin).

Madonna sings beautifully. ("beautifully" zegt iets over "sings".)
Hoe maak je een bijwoord?

Slide 7 - Slide

Adverb = bijwoord.
Een adverb zegt iets over het werkwoord.
Bijvoorbeeld: She sings beautifully
Beautifully zegt iets over het werkwoord sings.

Adjective = bijvoegelijk naamwoord
Een adjective zegt iets over het zelfstandig naamwoord.
Bijvoorbeeld: He is a hard worker
Hard zegt is over worker

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Link

Slide 12 - Slide

Adjective or adverb?
She sings beautifully.

A
Adjective (bijvoegelijknaamwoord)
B
Adverb (bijwoord)

Slide 13 - Quiz

Adjective or adverb?
She is a beautiful person.

A
Adjective (bijvoegelijknaamwoord)
B
Adverb (bijwoord)

Slide 14 - Quiz

Write down some adjectives and adverbs from the next clip…

Slide 15 - Open question

Slide 16 - Video

How did it go?
Doel: aan het einde van de les weten we wat het verschil is tussen een adverbs en adjective..

Slide 17 - Slide

easy peasy

Slide 18 - Slide

Ik weet het verschil tussen een adverb en adjective en kan deze toepassen.
A
ja
B
nee
C
een beetje
D
met hulp

Slide 19 - Quiz

Homework/ Studytime 
Mak: 5.4 ex. 1-4
Done… Test jezelf 5.2
Quizlet : Studybox 3/4


timer
10:00

Slide 20 - Slide