Herhaling EHBO : verslikken/verstikken, bloedende wond, bloedneus, vuiltje in het oog en stabiele zijligging

Herhaling EHBO : verslikken/verstikken, bloedende wond, bloedneus, vuiltje in het oog en stabiele zijligging
1 / 19
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Herhaling EHBO : verslikken/verstikken, bloedende wond, bloedneus, vuiltje in het oog en stabiele zijligging

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Een vuiltje in het oog kan je soms niet meteen verwijderen dat ligt aan de plek waar het vuiltje zich bevindt. Hieronder staan plekken in het oog waar een vuiltje kan zitten. Waar mag je het vuiltje NIET verwijderen

A
Het oogwit
B
De wimperrand
C
De iris
D
In de ooghoek

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

De persoon krijgt nog lucht
De persoon raakt erg in paniek
Er zit een groot object vast in de keel
De persoon kan hoesten en daardoor zelf het object in zijn keel kwijtraken.

Wanneer de luchtweg vrij is, moet de persoon naar de huisarts.

Verslikken en verstikken zijn twee verschillende dingen. Welke kenmerken horen bij iemand die zich verslikt?

Slide 3 - Drag question

This item has no instructions

Welke deel van het bloed zorgt voor bloedstolling?
A
rode bloedcellen
B
witte bloedcellen
C
bloedplaatjes
D
bloedplasma

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Heeft dit geen resultaat. Maak dan een vuist en plaats deze tussen de navel en onderste punt van het borstbeen.
Roep om hulp
sla 5 maal stevig tussen de schouderbladen om het object los te krijgen

Trek maximaal 5x krachtig met een vloeiende beweging omhoog.
Wat moet je doen wanneer iemand zich verslikt en geen lucht meer krijgt? Zet de stappen in goede volgorde:
1
2
3
4

Slide 5 - Drag question

This item has no instructions

EHBO verlenen op een snelle manier is van belang. Waarom moet je niet te lang wachten om een bloedende wond af te dekken?
A
Omdat je anders overal bloed krijgt
B
Omdat er anders bacteriën in kunnen komen
C
Omdat je anders al een korstje krijg
D
Omdat het er anders vies uit ziet

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Hoe controleer je of de luchtweg vrij is bij iemand in de stabiele zijligging?
A
Leg je hand op de buik van de persoon
B
Klop stevig op de rug van de persoon
C
Geef een stevige duw op de borst van de persoon
D
Kantel het hoofd iets naar achteren en luister en voel of er ademhaling is

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Bij een bloedende wond kan je ontsmettingsmiddel gebruiken. Waar, dus op welke plek op het lichaam, dien je het ontsmettingsmiddel toe?
A
Om de wond
B
In de wond

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Wat gebeurt er tijdens een bloedneus?
A
Er ontstaat een infectie in de neus
B
Een bloedvat in de neuswand barst
C
Het hart stopt met pompen
D
De hersenen krijgen te weinig zuurstof

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Noem drie voedingsmiddelen die voor kinderen tot 5 jaar gevaar op kunnen leveren en tot verstikking kunnen leiden.

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

bij een bloedneus moet je :
A
voorover gaan zitten en neus dicht knijpen
B
achterover gaan zitten en neus dichtknijpen
C
eerst neus snuiten en dan voorover neus dichtknijpen
D
eerst neus snuiten en dan achterover neus dichtknijpen

Slide 11 - Quiz

de neus knijp je 10 minuten dicht , als dat na 2x 10 minuten dichtknijpen nog niet helpt ,neem je contact op met de huisarts
Diep bewustzijnsverlies 
geen spierspanning
langdurend
reageert niet op aanraken
kortdurend
 spierspanning aanwezig
Hieronder staan verschillende kenmerken/symptomen. Sleep de juiste kenmerken naar het slachtoffer. 

 
 


Slide 12 - Drag question

This item has no instructions

Wanneer moet je naar de dokter met een bloedneus?
A
Altijd
B
Als het langer dan 5 minuten bloed
C
Als het langer dan 10 minuten bloed
D
Als het langer dan 20 minuten bloed

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Kinderen kunnen zich sneller verslikken dan volwassenen. Hoe komt dat?
A
Ze hebben een kleinere mond
B
Ze hebben minder ontwikkelde mond motoriek
C
Ze zijn nog niet zo handig
D
Ze stoppen van alles in hun mond

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de eerste stap bij het toepassen van de stabiele zijligging?
A
Controleer de ademhaling
B
Bel direct 112
C
Til het hoofd op
D
Leg de persoon op de buik

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Wat kan een oorzaak zijn van een bloedneus?
A
Neuspeuteren
B
Het eten van pittig voedsel
C
Te weinig vocht drinken
D
Hoogteziekte

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Hoe lang moet je de stabiele zijligging volhouden bij bewusteloze personen?
A
Ongeveer 10 minuten
B
Tot professionele hulpverleners het overnemen
C
Ongeveer 1 uur
D
Tot de persoon weer bij bewustzijn is

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Bekijk het filmpje van de bloedneus.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Welke 2 punten waren niet goed in het filmpje?

Slide 19 - Open question

This item has no instructions