Cliënt en samenleving week 3&4

Cliënt en samenleving P6 W3&4
1 / 12
next
Slide 1: Slide
Module 5MBOStudiejaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Cliënt en samenleving P6 W3&4

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Vorige les
Socialisatie
Onderbouwen – onderhouden – herstellen van het netwerk
Cultuurverschillen met eigen waarden en normen
Loyaliteit vs. Eigenheid


Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je nog over
culturele kenmerken
binnen de begeleiding?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wat is een gezin? Hoe ziet een gezin uit volgens jou?

Slide 5 - Open question

. Een gezin is een leefeenheid die bestaat uit twee of meer naasten die samen een huishouding voeren
2. Een gezin in een leefeenheid die bestaat uit twee of meer naasten die samen een huishouding voeren, waarbij er sprake is van tenminste twee generaties.

Soorten gezinnen
Traditionele gezin
Twee ouders van hetzelfde geslacht
Eenoudergezin
Samengesteld gezin
Pleeggezin

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag gedurende 10 min!
Lees blz. 21 vanaf "soorten gezinnen" t/m blz. 23.
Beantwoord de volgende vragen:
  • Wat is rolverwarring? En hoe kan dit ontstaan binnen een gezin?
  • Wanneer kan een kind het gevoel van competitiedrang krijgen?
  • Wat is een multiprobleemgezin?
  • Op welke 5 gebieden kunnen er problemen zijn?
  • Wie maken samen één kind, één gezin, één plan?
  • Zet in Cumlaude!


Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Familie
Een familie bestaat uit mensen die bloedverwanten zijn van elkaar of die door partnerschap of adoptie aan elkaar zijn verbonden. Zij voeren niet gezamenlijk een gezin.

Familieprobleem: een probleem dat zich niet beperkt tot één gezin, alle familieleden hebben er last van.
Soms is praten over ziekte en dood een taboe.

Wees als begeleider hiervan op de hoogte en houdt hier rekening mee!

Slide 8 - Slide

Niet westerse families met problemen maken minder gebruik van zorg dan westerse families. Vaak onbekend of liever zelf oplossen. Soms cultuurgebonden dat zorg niet goed is, men moet het “zelf” oplossen.


Functionele relaties


Je hebt iemand nodig of je moet samenwerken (zakelijk)


Persoonlijke relaties

Mensen voelen zich aangetrokken tot elkaar, kan intiem zijn.
Van grote waarde!
Wederkerig

Slide 9 - Slide

Van grote waarde
Van invloed op lichamelijke en mentaal welbevinden
Geven waardering en gevoel van veiligheid
Vraag ernaar, geef ruimte en begeleidt erbij!
Gelijkwaardig en wederkerig!

Gelijkwaardigheid: je respecteert elkaar evenveel en hebt evenveel recht om dingen te beslissen
Wederkerigheid: gevoelens komen van twee kanten.

Vriendschap
Een persoonlijke relatie met diverse kanten:
  • Je doet graag iets voor elkaar
  • Je onderneemt graag een activiteit samen
  • Je mag elkaar graag, er is genegenheid

Lichamelijk contact is mogelijk bij een vriendschap, wanneer contact seksueel wordt, spreekt men van een intieme persoonlijke relatie.


Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Bespreken opdracht C blz. 31-32
Bepreek met elkaar in 15 minuten hoe je de opdracht uitgevoerd hebt:
  • Waarom heb je voor een bepaalde cliënt gekozen?
  • Hoe ziet je ecogram uit?
  • Wat is de aard van de contacten?
  • Hoe was de kwaliteit van de omgeving? Waarom?
  • Welke actie(s) worden n.a.v. de kwaliteit uitgevoerd? Waarom?
  • Vul samen de beoordelingscriteria in op bladzijde 32 en benoem in je verslag wat de onderbouwing is van deze beoordeling!

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Tot volgende week!

Slide 12 - Slide

This item has no instructions