8.1 Pruiken, FR, Napoleon

8.1 Pruiken, FR, Napoleon
1 / 24
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

8.1 Pruiken, FR, Napoleon

Slide 1 - Slide

Planning 
Waarom komen de Fransen
in opstand tegen hun koning?

Slide 2 - Slide

  • Republiek: regenten, oftewel rijke burgers, waren de baas.
  • Engeland: het parlement had de meeste macht, maar er was ook een koning

  • In het parlement zaten edelen en rijke burgers
  • Frankrijk: de koning had absolute macht: hij mocht alles alleen bepalen, want hij had zijn macht van God gekregen

  • Andere vorsten zagen hem als voorbeeld
alleen burgers
burgers + koning
alleen koning
Wie had de macht?
1500 - 1700

Slide 3 - Slide

Tijd van pruiken en revoluties.

Slide 4 - Slide

Absolutisme
Manier van regeren waarbij de vorst alle macht in handen heeft omdat God hem al die macht gegeven zou hebben. 


Monarchie: een regeringsvorm waarbij een koning de macht heeft

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Standensamenleving

Slide 9 - Slide

De Eerste stand
De geestelijkheid => de mensen van de kerk. 
Taak:  zorgen dat God tevreden is. 

Zij hadden voorrechten of privileges :
  • De kerk bezat veel land. 
  • De geestelijken  mocht het Franse volk belasting laten betalen en hoefde zelf geen belasting te betalen.

  

Slide 10 - Slide

De Tweede Stand

Taken => Beschermen, besturen en  recht spreken  van de Eerste en Derde stand

Privileges: 
  • De adel bezat een groot gedeelte van Frankrijk
  • Zij mochten recht spreken,  besturen en belasting heffen.
  • Ze hoefden zelf geen belasting te betalen



Slide 11 - Slide

De 
Derde stand
De boeren en de burgers
Taak: Bidden &  werken

  • Arme boeren en werklieden.
  • Rijke burgerij. Dit waren handelaren, bankiers, advocaten etc.  => Mensen die veel belasting betaalden maar NIETS te zeggen hadden
  • De grootste stand!
 



Slide 12 - Slide

Standensamenleving

Slide 13 - Slide

Verlichte ideeën
Vanaf de 18e eeuw dachten geleerden na over gelijkheid en vrijheid
Iedereen moest gelijke rechten hebben en de koning moest in het belang van het volk regeren. Het volk mocht zijn mening geven!
Dit geeft grote spanningen!

Slide 14 - Slide

Waarom komen de Fransen in opstand tegen hun koning?
  1. absolutisme
  2. standenmaatschappij
  3. verlichting
  4. misoogst
  5. faillissement 

Slide 15 - Slide


Misoogst
1788



Door mislukte oogsten waren de graanprijzen (en dus ook de prijs van brood) enorm gestegen. Er ontstonden zelfs hongersnoden.

Ondertussen moest de 3e stand wél veel belasting betalen.

Slide 16 - Slide

Waarom komen de Fransen in opstand tegen hun koning?
  1. absolutisme
  2. standenmaatschappij
  3. verlichting
  4. misoogst
  5. faillissement 

Slide 17 - Slide


Frankrijk gaat failliet
mei 1789



Feesten, paleizen, bestuur en oorlogen kosten veel geld, maar het geld is op. 
Koning Lodewijk XVI wil graag meer geld hebben, en roept daarom (voor het eerst in 175 jaar) de Staten-Generaal bij elkaar. 
= De vergadering van de 3 standen.

Slide 18 - Slide

De Franse Revolutie
De mensen van de 3e stand waren ontvreden, zij moesten alles betalen voor de mensen van de 1e en 2e stand.

Ze pikte het niet meer en kwamen in opstand, ze bestormde de Bastille

De Revolutie verliep zeer geweldadig en bloederig

Slide 19 - Slide

Frankrijk na de Revolutie
De koning werd afgezet en Frankrijk werd een Republiek (dat heeft niet lang geduurd)

De Kerk en de Adel verloren hun macht, in de grondwet kwam te staan dat iedereen gelijk was

Het motto van de Revolutie was: Liberté, Égalité et Fraternité

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Aan de slag met: 

Maak paragraaf 8.1, 8.2, 8.3 helemaal af. 
Klaar?

Maak de Quizlet van H8 (af)

Bekijk in je toets wat je nog moet leren voor H7

Slide 24 - Slide