A2: Verleden Tijd

• NT2
• MBO
• Studiejaar 1

wat is de verleden tijd van : winnen

wat is de verleden tijd van : vasthouden?

Wat gaan we vandaag doen?

• kort herhalen: verleden tijd onregelmatig
• kennismaken met Faiq
• dictee woorden 5.9 t/m 5.14
• thema 5 afmaken 

Uit welk land kom je?

hoe oud ben je?

waar woon je?

wat zijn je hobby's?

dictee woord 1:

dictee woord 2

dictee woord 3:

dictee woord 4:

dictee woord 5:

dictee woord 6

dictee woord 7:

dictee woord 8:

Open je boek op bladzijde 215

je krijgt even tijd om de tekst te lezen. Daarna doen we opdracht 105 samen. 

109 samen

5.14

praten over nu: de tegenwoordige tijd.

Ik doe boodschappen bij de Lidl. 

praten over vroeger: de voltooide tijd

Gisteren heb ik ook boodschappen gedaan.

praten over vroeger: de verleden tijd. 

Vorige week deed ik boodschappen bij de Jumbo

praten over de toekomst:

Ik ga boodschappen doen. 

Ik doe overmorgen boodschappen doen. 

Dus: 

• een vorm van -gaan  + tweede werkwoord
• gebruik de tegenwoordige tijd en woorden die informatie over de toekomst geven.

samen : opdracht 139

Noem 3 dingen die je vandaag hebt geleerd:

Ik heb nog een vraag over:

huiswerk voor donderdag:

herhalen thema 5.