Herhaling 6.1 en start 6.2

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Vandaag

5 min - feitje van de dag

5 min - herhaling 6.1

15 min - informatie 6.2 

25 min - aan de slag verplicht deel

10 min - afsluiting 

27 februari 2020

Eerste geval van Covid 19 in Tilburg. 

Lange termijn gevolgen? 

6.1 leervragen

1. Hoe vormde de graanhandel het begin van een uitgebreid handelssysteem met een stapelmarkt voor een steeds groter handelsnetwerk?

2. Wat waren de doelen en de werkwijze van de VOC en de WIC?

3. Hoe reageerden Engeland en Frankrijk op de economische voorspoed van de Republiek?

Leerdoelen 6.2

1. Hoe heeft het streven naar particularisme de staatsinrichting van de Republiek beïnvloed?

2. Wat waren de verschillen van inzicht tussen staatsgezinden en Oranjegezinden en hoe kun je die verklaren?

3. Wat waren de kenmerken van het Franse absolutisme?

4. Wat waren de overeenkomsten en verschillen tussen de staatsinrichting van de Republiek en die van Frankrijk?

Bestuur in de Republiek

Regenten

Gewestelijke Staten (autonoom/particularisme)

Staten Generaal (buitenland)

Raadspensionaris 

Stadhouder 

Waarom zo bijzonder? 

'tolerantie'

Stadhouder vs. raadspensionaris

legerleider vs. 'minister-president'

militaire macht vs. politieke macht 

Oranje familie vs. regenten familie

Prinsgezinden (wilden sterk leger)  vs. Staatsgezinden (wilden vrije handel)

Twaalfjarig Bestand (1609-1621)

https://www.rijksmuseum.nl/nl/collectie/NG-NM-4245

Vrede van Munster (1648)

Rampjaar - 1672

Frankrijk/Engeland/Münster/Keulen vallen binnen 

Na rampjaar: stadhouder Willem III bleef oorlog voeren tegen FR. Kostte veel geld (uiteindelijk einde Gouden Eeuw) 

Werkfase 1. Levenslijn

Doel: je begrijpt na deze opdracht hoe staatsgezinden en prinsgezinden over bepaalde gebeurtenissen dachten. 

Vaardigheid: verbanden leggen / argumenten afwegen / geschiedenis bekijken vanuit verschillende standpunten. 

Tijd: 25 minuten     in duo's

Werkfase 2 (huiswerk?)

Onderzoek zélf de situatie in Frankrijk. Gebruik de volgende vragen: 

1. Wat was de politieke situatie in Frankrijk? Gebruik het begrip absolutisme in je antwoord.

2. Wat was de economische situatie in Frankrijk? Gebruik het begrip mercantilisme in je antwoord 

3. Wat was de religieuze situatie in Frankrijk? Gebruik het begrip hugenoten in je antwoord. 

Klaar? Maak vraag 1 en 2 (huiswerk) 

Eindkring

Beantwoorden vraag 1 en 2

Het absolutisme 

Lodewijk XIV vond de Oranjes maar 'sukkeltjes'.

Was een absoluut vorst (gecentraliseerd bestuur - SG had geen inspraak meer) 

Had droit divin (God gegeven recht) 

Minister Colbert introduceert het mercantilisme (veel export, weinig import) 

Fr = Katholiek

Edict van Nantes wordt beëindigd en Hugenoten vluchten naar de Republiek. 

Is economisch goed voor de Republiek !