5.3 De oren

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

5.3 De oren

Leerdoelen vorige week

• Je kunt de delen van de huid benoemen
• Je kunt de taken van de huid noemen
•  Je weet wat je moet doen bij een brandwond 

Leerdoelen

• Je kunt de delen van een oor benoemen met hun taak 

OOR

De buitenkant van een oor

• Geluiden horen
• Geluid = trilling van de lucht
• Bijvoorbeeld trilling van fietsbel of van toeter auto 

Je oor

• Oorschelp is het zichtbare deel van je oor
• Vangt geluiden op
• Geluiden gaan naar de gehoorgang, dat ligt in je hoofd

De binnenkant van een oor

• Trillingen gaan naar door de gehoorgang, naar het trommelvlies
• In gehoorgang zitten oorsmeerkliertjes, deze maken oorsmeer
• Oorsmeer houdt je trommelvlies soepel 

De binnenkant van je oor

• Tegen het trommelvlies ligt de gehoorbeentjes
• Die trillen met trommelvlies mee
• Dit gaat door naar het slakkenhuis en die geeft impulsen af
• Gehoorzenuw vervoert deze impulsen naar hersenen

Zet het onderdeel van je oor bij het juiste nummer:

3

4

10

2

7

11

oorschelp

trommelvlies

slakkenhuis

gehoorbeentjes

gehoorzenuw

gehoorgang

De buis van eustachius

• Verbind je oor met je keelholte
• Slikken of gapen gaat deze buis open.
• Dit hoor je als je oor plopt 

Leerdoelen

• Je kunt de delen van een oor benoemen met hun taak