Bezittelijke voornaamwoorden
Als je wilt zeggen dat iets van jou (of van iemand anders) is, kun je
bezittelijke voornaamwoorden (possessive pronouns) gebruiken,
zoals jouw, mijn, zijn, gevolgd door datgene wat jij of iemand anders bezit.
Bijvoorbeeld: mijn boek, jouw huis, zijn hond. In het Engels gaat dit op dezelfde manier. Het is belangrijk om te weten hoe je kunt uitdrukken dat iets van jou (of van iemand anders) is.