Onderstaande personen zijn weliswaar fictief, maar de gebeurtenissen hebben echt plaatsgevonden.
Hendrik de Klerk: Een Afrikaner (een Boer) geboren in 1905, wiens overgrootvader nog met Piet Retief meegetrokken was in de Grote Trek. Zijn grootvader had nog gevochten tegen de Engelsen in de Tweede Boerenoorlog, waar hij hoorde tot de “Bittereinders,” de groep Boeren die ook na de wapenstilstand bleven doorvechten en zich pas heel laat overgaven. Hendrik kan zich nog herinneren hoe hij als kind in Pretoria zag hoe verarmde Boeren tussen de kleurlingen en zwarten woonden, naast elkaar, en dat ze soms zelfs relaties hadden. Zijn ouders spraken daar vol walging van.
Elisabeth Sissulu: Een Xhosa vrouw geboren in Sophiatown, Johannesburg in 1920. Haar vader was door de Land Act van 1913 van zijn akkers gezet, en is toen naar Johannesburg getrokken om te werken in de mijnen. Elisabeth was erg muzikaal en zong jazz in de bekendste clubs in Sophiatown, waar ook veel Indiërs en blanke afstammelingen van Engelsen kwamen. Het deed haar veel pijn toen het leger namens de Afrikanerregering in de jaren vijftig Sophiatown sloopte en de inwoners dwong elders te gaan wonen.
John Rhoades: Inwoner van Kaapstad, geboren in 1911. Zijn over-overgrootvader was naar de Kaap gekomen als soldaat van de eerste lichting Engelse soldaten die met een Engelse gouverneur kaapkolonie overnamen van de Hollandse VOC bestuurders. John weet nog dat als kind zijn grootvader klaagde over de Boeren, die zo koppig waren en alleen maar over god spraken. Ze behandelden hun zwarte bediendes niet per se slecht, vertelde zijn grootvader, maar straften hen wel buitensporig hard. John weet het niet zeker, maar hij vermoedt dat zijn over-overgrootmoeder van gemengde afkomst was.