This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
timer
10:00
Slide 1 - Slide
Feit of mening?
Ik vind erwtensoep vies.
Slide 2 - Slide
Feit of mening?
Er was gisteren 470 kilometer aan file in Nederland door het slechte weer.
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Filmpje
https://youtu.be/hmOver2oyqA
Kijkopdracht:noem een fragment waarin een mening te horen is en een fragment waarin een feit te horen is.
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Klassikaal maken 2.3
Ga naar Talent paragraaf 2.3 Lezen
Klassikaal: Oefening 3 t/m 6
Slide 7 - Slide
timer
10:00
Slide 8 - Slide
Midas zegt: ‘Ik heb twee uur per week geschiedenis.’
Vraag:
Is dat een feit of een mening? Leg je antwoord uit.
Slide 9 - Slide
Voor een freestyle-dansles heb je nieuwe dansschoenen nodig. Je hebt een geschikt paar gevonden, maar je ouders vinden de schoenen te duur. Je wilt ze overtuigen.
Vraag: welk van de twee argumenten is een feitelijk argument?
A. Deze schoenen belasten de voeten minder tijdens het dansen.
B. Deze schoenen hebben zo'n mooie kleur?
Slide 10 - Slide
Klassikaal maken 2.3
Ga naar Talent paragraaf 2.3 Lezen
Klassikaal: Oefening 4b (b1c), 5, 6
B1B: starten met 7
Slide 11 - Slide
timer
10:00
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Tekstverband: opsomming
Slide 14 - Slide
Pak je schrift en pen. Noem de signaalwoorden uit onderstaande tekst die bij een opsommend tekstverband horen.
Slide 15 - Slide
In deze tekst: opsommend verband
Signaalwoorden: ten eerste, tevens, tot slot
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Zelfstandig maken 2.3
Wat: Oefening 7
Hoe: zelfstandig in stilte (ZS)
Tijd: 5 minuten
Klaar?: lees de blauwe leerteksten van 2.3. Klaar? Leesboek
Klassikaal nabespreken
Slide 19 - Slide
Klassikaal maken 2.3
Ga naar Talent paragraaf 2.3 Lezen
Klassikaal: Oefening 8 t/m 14
Slide 20 - Slide
Zelfstandig maken 8 t/m 14
Wat?: maak oefening 8 t/m 14 (paragraaf 2.3)
Hoe?: in duo's, zachtjes overleggen mag
Tijd: 15 min
Klaar?: lees alle lesstof van 1.3 en 2.3
Nabespreken
timer
15:00
Slide 21 - Slide
timer
10:00
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
alinea
Slide 26 - Slide
Pak pen en papier
Noteer de juiste antwoorden op de volgende vragen
Slide 27 - Slide
Alinea, deelonderwerp en tussenkopje
Slide 28 - Slide
Wat is de titel van de tekst?
Slide 29 - Open question
Uit hoeveel alinea's bestaat deze tekst?
A
3 alinea's
B
4 alinea's
C
5 alinea's
D
6 alinea's
Slide 30 - Quiz
Hoeveel tussenkopjes staan er in de tekst?
A
4 tussenkopjes
B
5 tussenkopjes
Slide 31 - Quiz
Wat is het onderwerp de tekst?
A
studenten hergebruiken afval
B
studenten zijn milieubewust
C
auto van afval gemaakt
D
auto van plastic flessen gemaakt
Slide 32 - Quiz
Een tussenkopje is een titel in een tekst, die aangeeft waarover de gehele tekst gaat.
A
Goed
B
Fout
Slide 33 - Quiz
Het onderwerp van de tekst staat altijd in de titel.
A
Goed
B
Fout
Slide 34 - Quiz
Een deelonderwerp bestaat altijd uit één alinea.
A
Goed
B
Fout
Slide 35 - Quiz
Waardoor is een alinea duidelijk te herkennen?
A
er staan altijd nummers voor
B
door een witregel
C
is altijd vetgedrukt
D
door een witregel, soms springt de eerste regel in en eindigt de laatste regel halverwege
Slide 36 - Quiz
Bij het onderwerp horen altijd deelonderwerpen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 37 - Quiz
Waar vind je deelonderwerpen?
A
Inleiding
B
Kern
C
Slot
Slide 38 - Quiz
Klassikaal maken 2.3
Ga naar Talent paragraaf 2.3 Lezen
Klassikaal: Oefening 12 t/m 14
Slide 39 - Slide
Twee manieren om een tekst te lezen
Verkennend lezen
Nauwkeurig lezen
Wat is het verschil?
Slide 40 - Slide
Waar let je op als je verkennend leest?
Slide 41 - Slide
Verkennend Lezen
Slide 42 - Slide
Verkennend lezen
Slide 43 - Slide
Nauwkeurig lezen
Slide 44 - Slide
timer
10:00
Slide 45 - Slide
Klassikaal maken 2.3
Ga naar Talent paragraaf 2.3 Lezen
Klassikaal lezen tekst 'De verleidingen van de kantine', blz 89
Klassikaal maken: Oefening 16 t/m 20
timer
8:00
Slide 46 - Slide
Zelfstandig maken 19 t/m 20 (2.3)
Wat moet je doen?: maak oefening 19 t/m 20 (paragraaf 2.3)