Herhalen grammatica redekundig ontleden, MH1-2

Herhalen grammatica redekundig ontleden, MH1-2



Donderdag 23 januari a.s. toets.
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Herhalen grammatica redekundig ontleden, MH1-2



Donderdag 23 januari a.s. toets.

Slide 1 - Slide

Wat weten jullie nog over grammatica, redekundig ontleden?

Slide 2 - Open question

Leerdoelen
Deze week gaan we de lesstof herhalen en leren voor de toets.

Leerdoelen:

  1. Je kan zinsdelen herkennen en benoemen.
  2. Je weet wat de zinsdeelproef is en kan deze gebruiken.
  3. Je kan de persoonsvorm, het werkwoordelijk gezegde, het onderwerp en het lijdend voorwerp herkennen en benoemen.


Slide 3 - Slide

Hoe kan je de persoonsvorm in een zin vinden?
A
Door wie/wat + onderwerp.
B
Door de tijd- of getal-proef te gebruiken.
C
Door alle werkwoorden in de zin te zoeken.
D
Door een vraagzin te maken.

Slide 4 - Quiz

Hoe kan je het onderwerp in een zin vinden?
A
wie/wat + lijdend voorwerp
B
het eerste werkwoord in een zin
C
wie/wat + pv/wwg
D
zet de zin in een andere tijd

Slide 5 - Quiz

Hoe kan je het lijdend voorwerp in een zin vinden?
A
wie/wat + wwg + ond.
B
wie/wat + ond.
C
wie/wat + wwg
D
wie/wat + pv

Slide 6 - Quiz

Leg uit:
Hoe vind je het werkwoordelijk gezegde in een zin?

Slide 7 - Open question

Noteer de pv. en het wwg. van de zin:
Mijn nicht heeft een vermogen geërfd.

Slide 8 - Open question

Noteer het ond. en het lv van de zin:
Mijn nicht heeft een vermogen geërfd.

Slide 9 - Open question

Kan je met de lesstof aan de slag?
😒🙁😐🙂😃

Slide 10 - Poll

Oefenen
Het is belangrijk dat we oefenen om de lesstof 
goed te beheersen.

We gaan aan de slag met werkbladen.
We gaan ze klassikaal bespreken.

10 minuten stil werken, daarna mag je overleggen (fluisteren).

timer
10:00

Slide 11 - Slide

Herhalen leerdoelen
Leerdoelen:
  1. Je kan zinsdelen herkennen en benoemen.
  2. Je weet wat de zinsdeelproef is en kan deze gebruiken.
  3. Je kan de persoonsvorm, het werkwoordelijk gezegde, het onderwerp en het lijdend voorwerp herkennen en benoemen.

Bijzonderheden: Dinsdag 21 januari komt meneer Visscher meekijken met de les en hij heeft een korte vragenlijst voor jullie.



Slide 12 - Slide