Werkzaamheden bij huishouden en wonen 11 okt

Werkzaamheden bij huishouden en wonen
Hoofdstuk 6
blz. 93 t/m 98
1 / 25
next
Slide 1: Slide
basiszorgMBOStudiejaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Werkzaamheden bij huishouden en wonen
Hoofdstuk 6
blz. 93 t/m 98

Slide 1 - Slide

Is het huishouden alleen voor vrouwen?
Ja
Nee

Slide 2 - Poll

Waar denk je aan bij wonen en huishouden?

Slide 3 - Open question

Welke drie groepen werkzaamheden heb je bij wonen en huishouden?

Slide 4 - Open question

3 groepen werkzaamheden

  • Zorg voor de woning, zoals opruimen, schoonmaken, verzorgen van planten en bloemen en het gezellig maken van de leefomgeving.
  • Zorg voor kleding, linnengoed en schoeisel, zoals de was sorteren, wasmachine bedienen, handwas doen, wasgoed drogen, strijken en opruimen, en schoenen poetsen.
  • Zorg voor de maaltijd, zoals helpen met maaltijden kiezen, voeding kopen en bewaren, eten klaarmaken, tafeldekken, afruimen en afwassen.


Slide 5 - Slide

Wonen en huishouden
Je werkzaamheden voor huishouden en wonen als helpende liggen vast in het zorgplan. Toch zal een cliënt je geregeld vragen iets te doen wat niet in het plan staat. Natuurlijk kan niet alles in een zorgplan staan. Op zo’n moment moet je zelf bepalen hoe je op zo’n vraag reageert. Soms moet je grenzen stellen en zeggen dat een bepaald verzoek niet tot jouw taken behoort.

Slide 6 - Slide

Huishouden
Als helpende ondersteun je cliënten bij de zorg voor huishouden en wonen. Het gaat dan om ondersteuning bij taken als schoonmaken, opruimen, was verzorgen of de maaltijd. Wat je precies doet, hangt af van waar je werkt. In een kinderdagverblijf zijn de taken anders dan in een woonzorgcentrum of in de thuiszorg.

Slide 7 - Slide

Dilemma: 'Help Mick'
Martijn (23 jaar) heeft een lichte verstandelijke beperking. Hij woont sinds kort in een begeleid wonen woonvoorziening. Hij woont hier zelfstandig, maar krijgt wel tweemaal per week begeleiding. Mick is zijn begeleider. Hij helpt Martijn zijn huishouding te doen. Hij helpt Martijn plannen en uitvoeren van het huishoudelijke werk en hij stimuleert hem om zijn woning schoon te houden. Vandaag ligt Martijn nog op bed als Mick komt. Martijn heeft geen zin om uit bed te komen en zegt: ‘Het is gisterenavond flink laat geworden. Ik kom echt mijn bed nu niet uit voor dat stomme huishoudelijke werk. Doe jij dat maar alleen Mick!’

Slide 8 - Slide

Help Mick.
Wat zou Mick het beste kunnen doen?

Slide 9 - Open question

Verschillende organisaties
De plek waar je hulp biedt en de langdurigheid van het verblijven delen de zorg op in drie soorten:
  • intramurale hulp
  • extramurale hulp
  • semimurale hulp

Slide 10 - Slide

Intramurale hulp

Cliënt woont in een instelling en krijgt binnen de instelling alle vormen van hulpverlening.

Slide 11 - Slide

Extramurale hulp

Client krijgt in de thuissituatie alle vormen van hulpverlening (thuisopvang/ ambulante hulpverlening)

Een ander woord is ambulante hulp.

Slide 12 - Slide

Semimurale hulp

Client woont thuis maar krijgt binnen de instelling hulpverlening zoals dagbesteding.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Intramurale zorg
Extramurale zorg
Semimurale zorg
Ziekenhuisopname na operatie
Groepsopvang voor dementerenden
Aantrekken van steunkousen door de wijkverpleegkundige

Slide 15 - Drag question

Waar spreek je van als een cliënt thuis woont en een helpende komt hem verzorgen.
A
Intramurale hulp
B
Extramurale hulp
C
Semimurale hulp

Slide 16 - Quiz

Verschillende werkzaamheden
De taken van een helpende is afhankelijk van de situatie van een cliënt, er kan zowel ondersteuning  als begeleiding nodig zijn.

Ondersteuning
= hulp
Bijv. hulp bieden bij persoonlijke verzorging en ADL.

Begeleiding betekend de cliënt sterker maken op lichamelijk, verstandelijk en sociaal gebied.

Slide 17 - Slide

Waar spreek je van als een cliënt overdag naar een organisatie gaat, maar nog wel thuis woont?
A
Intramurale hulp
B
Extramurale hulp
C
Semimurale hulp

Slide 18 - Quiz

Semimurale zorg is...
A
Zorg binnen de muren van de instelling.
B
Zorg buiten de muren van de instelling.
C
Zorg gedeeltelijk binnen de muren, gedeeltelijk buiten de muren.

Slide 19 - Quiz

Waar spreek je van als een cliënt in een zorginstelling woont?
A
Intramurale hulp
B
Extramurale hulp
C
Semimurale hulp

Slide 20 - Quiz

Opdracht
maak opdracht van juf Samira



Slide 21 - Slide

Extra uitleg voor thuis...

Slide 22 - Slide

Intramurale zorg
Uitleg

Slide 23 - Slide

Extramurale zorg
Uitleg

Slide 24 - Slide

Semimurale zorg
Uitleg

Slide 25 - Slide