This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
De doelen
Ondernemen
Slide 1 - Slide
Noem een voordeel van zelfstandig ondernemerschap t.o.v. werken in loondienst
Slide 2 - Open question
Noem een nadeel van zelfstandig ondernemerschap t.o.v. werken in loondienst
Slide 3 - Open question
Slide 4 - Slide
De doelen
Ondernemen
Slide 5 - Slide
Maken:
Opgave Loondienst of ondernemerschap(blz.156?)
Volgende les af hebben en kunnen laten zien!
Slide 6 - Slide
De doelen
Ondernemen
Slide 7 - Slide
Causation:
Je begin met een doel
Je kijkt welke middelen je hebt
Je gaat een plan maken die je uitvoert
Ondernemingsplan bestaat uit:
1. Persoonlijk plan
2. Marketing plan (o.a. 4 p's)
3. Financieel plan (investerings- en financieringsbegroting, resultaten-
begroting en liquiditeitsbegroting
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Causation of effectuation?
Het is niet zo dat effectuation beter is dan
causation. Succesvolle ondernemers gebruiken
vaak effectuation bij de start van een nieuwe onderneming.
In latere fases is er meer behoefte aan structuur en planning.
Slide 12 - Slide
Maken:
Opgave Beertender
Slide 13 - Slide
Effectuation
Bird in the hand
Affordable loss
Crazy Quilt
Lemonade
pilot in the plain
Start met wie je bent, wat je weet, wie je kent en wat je hebt
Denk in termen van risico's
Samenwerken
Benut verassingen in je voordeel
Bepaal zelf de toekomst met jouw acties
Slide 14 - Drag question
Marktonderzoek
Doelen:
Slide 15 - Slide
Richten op bedrijven of op consumenten?
Slide 16 - Slide
STOF TW2
Uit Geldzaken: - sparen: pensioenen, sparen en beleggen.
- samenleven: samenwonen, scheiden, erven,
schenken
Uit Ondernemerschap: - ondernemen: loondienst of ondernemerschap,
causation en effectuation
Slide 17 - Slide
Noem 2 vb van: B2B
Slide 18 - Mind map
Noem 2 vb van: B2C
Slide 19 - Mind map
Noem 2 vb van: C2C
Slide 20 - Mind map
Noem 2 vb van: C2B
Slide 21 - Mind map
Marktonderzoek
Dit is systematisch onderzoek naar de afzetmogelijkheden v.e. bepaald product in een gebied (tijdens een bepaalde periode)
Deskresearch: onderzoeker gebruikt materiaal dat al eerder voor andere doeleinden is verzameld.
Fieldresearch: onderzoeker gaat op zoek naar informatie die nog niet aanwezig is. Een enquete is een voorbeeld hiervan.
Marktonderzoek geeft inzicht in het marktaandeel.
Slide 22 - Slide
Marktonderzoek
Een marktonderzoek kan:
1. kwantitatief of
2. kwalitatief zijn.
Ad.1: Harde cijfers, geeft bv. inzicht in het marktaandeel.
Ad.2: Interpretaties over bv. ervaringen, gedachten, meningen en gevoelens
Slide 23 - Slide
Marktonderzoek
Belangrijk zijn de
marktgrootte en het
marktaandeel
Het marktaandeel is te berekenen op basis van afzet en op basis van omzet.
Slide 24 - Slide
Marktonderzoek
Het vijfkrachtenmodel van Porter: Een model om de aantrekkelijkheid in de markt te bepalen:x§
Slide 25 - Slide
Marktonderzoek
SWOT-analyse en vijf krachten model van Porter:
Slide 26 - Slide
I. Een beleggingskantoor beschikt over hoog opgeleide professionals. Dit biedt kansen voor het beleggingskantoor.
II. Amsterdam stelt een milieuzone in voor scooters en brommers. In de bebouwde kom zijn deze voertuigen niet meer toegestaan. Dit vormt een zwakte voor de producenten van deze voertuigen.
A
Beide beweringen zijn juist
B
Bewering I is juist en bewering II is onjuist
C
Bewering I in onjuist en bewering II is juist
D
Beide beweringen zijn onjuist
Slide 27 - Quiz
I. Door toepassing van het vijfkrachtenmodel van Porter krijgt een potentiële ondernemer inzicht in de macro-economische omgeving van den onderneming. II. De vijfkrachten uit het model van Porter zijn de macht van leveranciers, de macht van afnemers, de mate waarin substituten verkrijgbaar zijn, de dreiging van nieuwe concurrenten en de interne bedrijfstakconcurrentie