This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Basisstof 2: Botten
Slide 1 - Slide
Vandaag..
Herhaling basisstof 1
Uitleg basisstof 2
Opdrachten maken
Slide 2 - Slide
Skelet en botten
Quiz
Slide 3 - Slide
Uit welke delen bestaat het skelet?
A
Schedel en ledematen en armen
B
Romp, ledematen en armen en benen
C
Schedel, romp, ledematen
D
Schedel, romp, ledematen en armen en benen
Slide 4 - Quiz
Het skelet van een baby bestaat uit ongeveer...?
A
100 botten
B
350 botten
C
206 botten
D
75 botten
Slide 5 - Quiz
Het skelet van een volwassen mens bestaat uit ongeveer uit...?
A
500 botten
B
206 botten
C
350 botten
D
150 botten
Slide 6 - Quiz
Wat is een ander woord voor wervelkolom?
A
Rug
B
Borstkas
C
Ruggengraat
Slide 7 - Quiz
Welke vorm heeft de wervelkolom?
A
S-vorm
B
Dubbele e-vorm
C
Dubbele s-vorm
D
E-vorm
Slide 8 - Quiz
Waaruit bestaat de wervelkolom?
A
wervels
B
wervels, heiligbeen
C
wervels, staartbeen,borstbeen
D
wervels, heiligbeen,staartbeen
Slide 9 - Quiz
De botten in je wervelkolom heten...?
A
wervelkolommen
B
kraanbeenringen
C
wervels
D
uitstulpingen
Slide 10 - Quiz
Al je botten in je lichaam vormen samen de...?
A
Schedel
B
Beenderstelsel of skelet
C
Wervels
D
Bekken
Slide 11 - Quiz
Waar kan je lichaam door bewegen?
A
Alleen door botten
B
Door botten en spieren samen
C
Alleen door spieren
Slide 12 - Quiz
Wat wordt er beschermd door onze borstkas?
A
Maag en nieren
B
Hart en longen
C
Hersenen
D
Darmen en maag
Slide 13 - Quiz
Welke functies heeft ons skelet?
A
Vormgeven, bescherming en stevigheid
B
Vormgeven, stevigheid en beweging
C
Beweging,
vormgeven, stevigheid en bescherming
Slide 14 - Quiz
Hoe heten de groen gekleurde botten?
A
Halswervels
B
Borstwervels
C
Lendewervels
D
Heiligbeen
Slide 15 - Quiz
Wat wordt aangegeven met 2?
1
2
3
A
Wervelkolom
B
Borstbeen
C
Ribben
D
Sleutelbeen
Slide 16 - Quiz
Wat wordt aangegeven met 3?
1
2
3
A
Wervelkolom
B
Borstbeen
C
Ribben
D
Sleutelbeen
Slide 17 - Quiz
Wat wordt aangegeven met 1?
1
2
3
A
Wervelkolom
B
Borstbeen
C
Ribben
D
Sleutelbeen
Slide 18 - Quiz
Noem eens een ander woord voor botten?
A
Skelet
B
Beenderen
C
Geraamte
Slide 19 - Quiz
Hoe noemen we nummers 1 en 2?
1
2
A
1 = schouderblad
2 = ribben
B
1 = sleutelbeen
2 = schouderblad
C
1 = schouderblad
2 = sleutelbeen
D
1 = ribben
2 = sleutelbeen
Slide 20 - Quiz
Welk deel van de wervelkolom zit vast aan je heupbeenderen?
A
Staartbeen
B
Wervelkolom
C
Lendenwervels
D
Heiligbeen
Slide 21 - Quiz
botten
een bot bestaat uit kalk en lijmstof
kalk zorgt voor de stevigheid
lijmstof zorgt voor de buigzaamheid
Slide 22 - Slide
kraakbeen
kraakbeen werkt iets anders dan botten.
waarbij botten veel kalk hebben en weinig lijmstof is het bij kraakbeen andersom
het is nogsteeds stevig maar ook buigzaam
Slide 23 - Slide
samenstelling
als je ouder wordt veranderd de samenstelling van botten.
lijmstof is bij kinderen nog erg hoog maar neemt naarmate je ouder wordt steeds meer af.
kalk neemt juist toe.
Slide 24 - Slide
Aan de slag!
Wat? Maak de opdrachten van basisstof 4.2: botten digitaal. Hoe? Met behulp van de uitleg in je boek: bladzijde 16. Hulp? Stuur een bericht op teams of stel je vraag. Klaar? Laat het de docent weten.