This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
4.4 Zwanger worden
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Je kunt de kenmerken van zaadcellen en eicellen noemen.
Je kunt beschrijven hoe bevruchting bij de mens verloopt.
Je kunt beschrijven hoe een zwangerschap verloopt.
Je kunt uitleggen wat prenataal onderzoek is en hiervan voorbeelden noemen.
Slide 2 - Slide
Menstruatiecyclus. In welke periode vindt de ovulatie plaats?
A
periode A
B
periode B
C
periode C
D
periode D
Slide 3 - Quiz
Na de ovulatie zal de eicel bevrucht moeten worden, wil een vrouw zwanger worden. Hiervoor is geslachtsgemeenschap nodig met een man. Dat kan alleen als een man een .... heeft:
Slide 4 - Slide
Erectie
De penis kan stijf worden, dit heet een erectie.
Dit wordt veroorzaakt doordat de zwellichamen zich met bloed vullen.
Slide 5 - Slide
De route van een zaadcel:
teelballen
bijbal
prostaat
zaadblaasjes
zaadleider
urinebuis
Slide 6 - Drag question
Geslachtsgemeenschap en zaadlozing
Bij geslachtsgemeenschap brengt een man zijn stijve penis in de vagina van een vrouw
Wanneer een man 'klaarkomt' en een zaadlozing krijgt, komt sperma uit zijn penis (en in de vagina van de vrouw terecht).
Een zaadlozing bevat 100-400 miljoen zaadcellen
Slide 7 - Slide
eicel
Wat is de vervolgroute van een zaadcel?
vagina
baarmoedermond
baarmoeder
eileider
Slide 8 - Drag question
Next: bevruchting.
Wat is bevruchting? En waar vindt dit plaats?
Slide 9 - Open question
Bevruchting
De bevruchting vindt in de eileider plaats.
Kern van een zaadcel smelt samen met de kern van een eicel.
Eicel bevat veel reservevoedsel voor de eerste celdelingen na bevruchting, hierdoor ontstaat een klompje cellen
Slide 10 - Slide
Innesteling
Het klompje cellen zet zich vast in het baarmoederslijmvlies.
De vrouw is danzwanger.
Slide 11 - Slide
Weet je dit misschien al? Hoe noemen we het kind in de eerste weken? En na acht weken?
Slide 12 - Open question
Zwangerschap
Slide 13 - Slide
Zwangerschap
Slide 14 - Slide
Placenta en navelstreng
De foetus is door de navelstreng verbonden
met de placenta.
In de placenta stroomt bloed van de moeder
vlak langs het bloed van de foetus:
Zuurstof en voedingsstoffen van de moeder naar de foetus naar de foetus
Afvalstoffen van de foetus naar de moeder
Slide 15 - Slide
Vruchtvliezen en vruchtwater
Om de foetus heen zitten de vruchtvliezen
Binnen de vruchtvliezen zit het vruchtwater
Vruchtwater beschermt tegen stoten, temperatuurswisselingenenuitdrogen