Voorbereiding SO U3

BONJOUR et BIENVENUE!
Bonjour
et 
bienvenue!!
1 / 28
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

BONJOUR et BIENVENUE!
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 1 - Slide

Lundi 12 février
Les objectifs pour aujourd'hui :
Jij bent voorbereidt om een mooie cijfer voor jouw SO te halen !
Wat jij moet leren:
SO Unité 3, A 1 tot en met A 6

Slide 2 - Slide

SO: opdracht 1
Geef de vertaling van de volgende woordjes.

De woorden moet jij vertalen van Nederlands naar Frans.

Er zijn 18 woorden.

Slide 3 - Slide

Vertaal " de overhoring"

Slide 4 - Open question

Vertaal "leren":

Slide 5 - Open question

Vertaal "de pen":

Slide 6 - Open question

Vertaal "het potlood":

Slide 7 - Open question

Wat zijn de 7 dagen van de week (in de juiste volgorde)?

Slide 8 - Open question

Vertaal "het woord":

Slide 9 - Open question

Dans ton sac à dos, il n'y a pas :
A
un cahier
B
une note
C
une tablette
D
un livre

Slide 10 - Quiz

Vertaal "qu'est-ce que":

Slide 11 - Open question

Vertaal "vervolgens":

Slide 12 - Open question

Vertaal "te, teveel":

Slide 13 - Open question

SO: opdracht 2
Vul de juiste vorm van aangegeven regelmatige werkwoorden op -er in.

Slide 14 - Slide

je (expliquer)

Slide 15 - Open question

tu (donner)

Slide 16 - Open question

Aya (chercher)

Slide 17 - Open question

Aya et Adam (fermer)

Slide 18 - Open question

Zehra (travailler)

Slide 19 - Open question

Vous (oublier)

Slide 20 - Open question

Lina et Ali (dessiner)

Slide 21 - Open question

SO: opdracht 3
Vertaal nu de zinnetjes die je in bovenstaande oefening hebt gemaakt.
= jij moet dus alle werkwoorden goed kennen!!

Slide 22 - Slide

Vertaal "il joue":

Slide 23 - Open question

Vertaal "wij luisteren naar":

Slide 24 - Open question

SO: opdrachten 4 en 5
Opdracht 4: Vertaal de volgende zinnetjes in het Nederlands

Opdracht 5: Vertaal de volgende zinnetjes in het Frans
= zinnen met "aimer, détester, adorer, préférer".

Slide 25 - Slide

Vertaal "hij is dol op tekenen":

Slide 26 - Open question

Vertaal "wij hebben een hekel aan de overhoring"

Slide 27 - Open question

Hoe kan jij verder oefenen?
- Quizlet
- WRTS
- Libre Service online
- Deze les nog doen

Slide 28 - Slide