3. Stunde Tiere

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Was weißt du noch von den Verben? 

Wir wiederholen zusammen die Regeln. 

Lernziele

- Du kennst einen neuen Satz der Woche. 

- Du kannst die Verben konjungieren.

- Du weißt wie man einen Perfekt bilden kann. 

Satz der Woche

Was heißt ……. auf Deutsch?

Wiederholung

Gruppe 1: 

Julius

Eva

Anastasiia

Maarten

Ines

Lieke

Daan Kö

Nova

Nisha

Mina

Maurits

Fabian

Max

Gruppe 2: 

Hugo

Sara

Daan Ke

Guus

Jan

Marit

Wout

Britt

Olivier

Bonne

Tim

Wiederholung

Gruppe 1: übt erst  zusammen mit Frau Spaan. 

Gruppe 2: macht die Aufgaben 2 & 3 von dem Arbeitsblatt selstständig. 

Grammatik

Das Perfekt (volt.tijd)

De volt.tijd vorm je met een hulp ww (haben oder sein) en een volt.dw. 

Meestal is de regel hebben in het NL is haben in het Duits. Zijn in het NL is sein in het Duits. 

Het volt.dw staat altijd achteraan in de zin.

Grammatik

Das Perfekt (volt.tijd)

Hoe maak je een volt.dw? 

Sterke ww: moet je leren!!

Zwakke ww:

ge + stam + t

Ww waarvan de stam eindigt op d/t , krijgen er een extra e tussen, dus...

ge + stam + et. 

Grammatik

Das Perfekt (volt.tijd)

Ww met een scheidbaar voorvoegsel krijgen de ge tussen het voorvoegsel en de rest van het ww. Dit doen wij in het NL ook, kijk maar...

opruimen = opgeruimd

aufräumen = aufgeräumt

Grammatik

Das Perfekt (volt.tijd)

2 uitzonderingen: 

Eindigt het ww op -ieren (vb studieren), dan komt er geen ge voor, dus.... Er hat studiert. 

Heeft het ww al een voorvoegsel zoals bijvoorbeeld een be-, ge-, ver-, dan komt er ook geen ge- ervoor. Bijv. Er hat bezahlt. 

Üben!

Mache auf Seite 118 die Übungen: 

25, 26 & 27

Hausaufgaben

Lerne die Wörter auf Seite 132 + die Grammatik

Die Aufgaben die noch nicht fertig sind.