This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
ICT Les 3 - Microsoft Word
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Aan het eind van deze les:
kun je een basis opmaak in Word maken.
kun je meer uitgebreide kennis over de opmaak in Word toepassen.
kun je voorkomen dat tekst en plaatjes gaan schuiven als je iets in je document toevoegt of aanpast.
weet je een aantal handige sneltoetsen te gebruiken voor het snel aanpassen van je document.
Slide 2 - Slide
Op welk tabblad vind je de automatische inhoudsopgave?
A
Start
B
Invoegen
C
Verwijzingen
D
Ontwerpen
Slide 3 - Quiz
De beste manier om een koptekst aan te maken is:
A
De kop een andere lettergrootte te geven
B
De koptekst dikgedrukt maken
C
Een koptekststijl kiezen
Slide 4 - Quiz
Alle tekst gaat schuiven; met welke knop kun je alle tekens zichtbaar maken om te checken?
A
B
C
D
Slide 5 - Quiz
Hoe maak je een pagina-einde in Word?
A
Je drukt zo vaak op Enter dat je op de volgende pagina komt
B
Je gebruikt de toetscombinatie CTRL+ Enter
C
je gebruikt de toetscombinatie ALT+Enter
D
Je gebruikt de toetscombinatie Fn+Enter
Slide 6 - Quiz
Als je tekst hebt verwijderd, kan je deze niet meer terugkrijgen.
A
Niet waar, met CTRL+Z maak je dit ongedaan
B
Niet waar, met de knop [ongedaan maken] maak je dit ongedaan
C
Niet waar, met CTRL+V maak je dit ongedaan
D
Waar
Slide 7 - Quiz
Hoe sla je een document op onder een andere naam?
A
Met CTRL+S
B
Met het [opslaan] icoontje linksboven
C
Met de optie [opslaan als...]
D
Door de tekst te kopiëren en plakken in een ander document
Slide 8 - Quiz
Welk toetscombinatie gebruik om gekopieerde tekst te plakken?
A
CTRL+X
B
CTRL+C
C
CTRL+B
D
CTRL+V
Slide 9 - Quiz
Hoe haal je een paginanummer van de eerste pagina?
A
Check de box met [eerste pagina afwijkend] aan
B
Verwijder het paginanummer met [backspace]
C
Dat kan niet
D
In de documentinstellingen kan je dit aangeven
Slide 10 - Quiz
Wat gebeurt er als je in een niet-opgeslagen document ALT+F4 drukt?
A
Niets
B
Het document sluit
C
Het document slaat zichzelf op
D
Word vraagt of je het document wilt opslaan
Slide 11 - Quiz
Waarom gebruik je kopteksten?
A
Dit staat indrukwekkend
B
Zo creëer je een duidelijk document
C
Dan zien al je koppen er hetzelfde uit
D
Niet
Slide 12 - Quiz
Waar begin je mee in Word?
Kies een sjabloon
Opsommingstekens
Paginanummering
Inhoudsopgave
Slide 13 - Slide
Beginscherm
Hier kan gezocht worden naar sjablonen.
Als je hier op klikt opent er een nieuw, leeg document.
Hier kan je een document openen als je deze op de computer hebt opgeslagen om er vervolgens mee verder te werken.
Hier staan bestandsnamen van documenten die je al eens eerder hebt geopend met Word.
Hier kan je je aanmelden met je leerling account. Je kan dan makkelijker documenten opslaan in de "cloud" of delen met andere mensen die ook een Microsoft account hebben.
Dit is een voorbeeldweergave van een sjabloon.
Slide 14 - Slide
Het Lint
Tabbladen: De tabbladen bevatten verschillende soorten groepen met opdrachtknoppen
Groepen: Ieder tabblad heeft meerdere groepen. In een groep bevinden zich functies die betrekking hebben op bepaalde delen in je document.
Opdrachtknoppen: De opdrachtknoppen bevatten de uiteindelijke functies die op het document, de alinea of tekst kan worden toegepast.
Slide 15 - Slide
Uitleg in Word
De docent geeft een uitleg in Word over:
Opmaak en voorkomen van het schuiven van afbeeldingen
Maken van Kopteksten en een automatische inhoudsopgave
Daarna: Zelf uitproberen in Word
Slide 16 - Slide
Quiz Ronde 2
ICT Algemeen
Slide 17 - Slide
Waar sla je je documenten van school op, zodat je ze niet kwijt kan raken?
A
Op mijn eigen laptop
B
Op mijn Google Drive
C
Op mijn USB-stick
D
Op mijn OneDrive
Slide 18 - Quiz
Waarom zijn jouw zoekresultaten bij Google anders dan die van je buurvrouw?
A
Ik zoek net op een ander moment, een seconde maakt al verschil
B
Di zijn nooit anders
C
Google laat mij resultaten zien op basis van mijn geschiedenis
D
Google laat mij resultaten zien op basis van mijn gegevens
Slide 19 - Quiz
Wat is de meest gebruikte internetbrowser van Nederland in 2020 (volgens statcounter)?
A
Microsoft Edge
B
Apple Safari
C
Mozilla Firefox
D
Google Chrome
Slide 20 - Quiz
Wat doen Cookies?
A
Een klein bestandje op jouw laptop opslaan met gebruiksgegevens
B
Gebruiksdata opslaan bij de bouwer van de website
C
Advertenties opslaan
D
Data verzamelen over gebruikers van Facebook
Slide 21 - Quiz
Waarom is het handig om je Teams-agenda te koppelen aan je telefoonagenda?
A
Dan heb je altijd een agenda bij je
B
Dan kan je makkelijk een afspraak plannen met klasgenoten
C
Dan kan je in je telefoonagenda zien wanneer toetsen zijn
D
Dan staan alle lessen meteen in je telefoonagenda
Slide 22 - Quiz
Quiz Ronde 3
Wat weet jij van Powerpoint?
Slide 23 - Slide
Wat kenmerkt een goede presentatie?
A
Weinig tekst, veel afbeeldingen en 1 dia per minuut
B
Veel tekst en 1 dia per minuut
C
Alleen afbeeldingen, geen tekst en 1 dia per minuut
D
Veel opsommingen, af en toe een afbeelding en 1 dia per minuut
Slide 24 - Quiz
Wat gebeurt er als je tijdens een presentatie op ]esc] drukt?
A
De presentatie begint opnieuw
B
De presentatie gaat naar de volgende dia
C
De presentatie gaat naar de laatste dia
D
De presentatie sluit
Slide 25 - Quiz
Met welke sneltoets start je meteen je presentatie?
A
ESC
B
F5
C
F7
D
F9
Slide 26 - Quiz
Met welk programma heeft Powerpoint een directe koppeling in de toolbar?
A
Word
B
Edge
C
Outlook
D
Alle antwoorden zijn juist
Slide 27 - Quiz
Je moet een presentatie houden van ongeveer 10 minuten. Hoeveel dia's heeft je presentatie?
A
5 + een titeldia
B
10 + een titeldia
C
15 + een titeldia
D
20 + een titeldia
Slide 28 - Quiz
Wat gebeurt er als je in Powerpoint CTRL+P klikt?
A
Powerpoint maakt automatisch handouts
B
Powerpoint maakt automatisch een dia-overzicht
C
Powerpoint voegt op elke dia dezelfde animatie toe