Hoofdstuk 5; China
1 / 28
Lesson duration is: 30 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Schrijf de eerste twee dingen op waar je aan moet denken bij het woord
'China'
'China'
Slide 2 - Mind map
Waar ligt China?
timer
0:10
China
Slide 3 - Drag question
Slide 4 - Video
Hoeveel procent van de Chinezen heeft als moedertaal Mandarijn?
timer
0:10
A
~ 60%
B
~ 70%
C
~ 80 %
D
~ 90%
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Slide
Waar wonen de meeste Chinezen?
timer
0:10
A
Het noorden
B
Het oosten
C
Het westen
D
Het zuiden
Slide 7 - Quiz
Waarom wonen de meeste Chinezen in het oosten?
timer
0:30
Slide 8 - Open question
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Door welke twee natuurlijke redenen wonen er minder mensen in het westen?
timer
0:30
A
Het is er te droog en te koud
B
Het is er te heet en te ver weg
C
Het is er te nat en te koud
D
Het waait er te hard en het is te koud
Slide 11 - Quiz
Het noordwesten van China is ver gelegen van zeeën en grote meren, waardoor het hier erg droog is. Wat is nog een andere reden waarom het in dat gebied zo droog is?
Slide 12 - Open question
Slide 13 - Slide
Waarom werd de eenkindpolitiek eigenlijk ingevoerd?
timer
0:30
A
Om verdere hongersnoden te voorkomen
B
Er moesten anders te veel huizen worden gebouwd
C
De politieke leiders hielden niet van kinderen
D
Zodat mensen meer aandacht konden besteden aan hun kind
Slide 14 - Quiz
Veel Chinezen wilden liever een jongen dan een meisje. Noem twee redenen waarom ze dat wilden.
timer
1:00
Slide 15 - Open question
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Langs de kuststeden zitten veel Multinationals. Vaak zitten deze in een speciale zone met belastingvoordelen. Zo'n gebied noem je een SEZ. Waar staat die afkorting voor?
timer
0:30
A
Standaard Eigenrisico Zone
B
Specifieke Export Zone
C
Sociaal Ergonomische Zone
D
Speciaal Economische Zone
Slide 18 - Quiz
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Link
Waarom gaan de kinderen vanaf het platteland niet naar de grote stad toe?
timer
0:30
A
De stad is te ver weg vanaf het platteland.
B
Ze hebben geen 'recht' om hier naar toe te gaan.
C
De ouders hebben het te druk om daar voor ze te zorgen.
D
De grote stad is te druk en niet ingericht op kinderen.
Slide 22 - Quiz
Verhuizen van landelijk gebied naar stad noemen we:
A: urbanisatie B: Suburbanisatie
A: urbanisatie B: Suburbanisatie
timer
0:20
A
urbanisatie
B
suburbanisatie
C
re-urbanisatie
Slide 23 - Quiz
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Er is een groeiende welvaartskloof tussen de stad en het platteland in China. Welke zin is juist?
timer
0:30
A
Mensen in de stad worden langzaam armer en mensen op het platteland worden rijker.
B
Mensen in de stad worden langzaam rijker, maar mensen op het platteland worden sneller rijk.
C
Mensen op het platteland worden langzaam armer en mensen in de stad worden rijker.
D
Mensen op het platteland worden langzaam rijker, maar mensen in de stad worden sneller rijk.
Slide 26 - Quiz
Slide 27 - Slide
Wat blijft je het meeste bij als je aan aardrijkskunde denkt?
