Hoofdstuk 7 Proces-verbaal Zonder antwoorden

Hoofdstuk 7

Proces-Verbaal
1 / 26
next
Slide 1: Slide
BOAMBOStudiejaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Hoofdstuk 7

Proces-Verbaal

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
*De begrippen Vervolging, sepot, opportuniteitsbeginsel omschrijven
art 12 procedure uitleggen
*Begrippen strafbeschikking, bestrafte en transactie omschrijven
*begrip Halt-straf omschrijven
* de eisen aan een proces-verbaal benoemen

Slide 2 - Slide

Omschrijf het begrip
"VERVOLGING"

Slide 3 - Open question

Als het OM een strafzaak aangeboden krijgt kunnen zij 2 dingen doen, welke?
A
Vervolgen of Straf opleggen
B
Seponeren of vervolgen
C
Seponeren of afzien
D
Vervolgen of ontvolgen

Slide 4 - Quiz

Wat houdt het begrip "seponeren (sepot)" in?

Slide 5 - Open question

Wat betekend "voorwaardelijk Sepot"?
A
Dat het nog niet zeker is of er wordt geseponeerd.
B
Dat het OM gaat seponeren onder bepaalde voorwaarden.
C
Dat de verdachte veroordeeld gaat worden
D
Dat de verdachte niet meer gaat horen

Slide 6 - Quiz

Wat is technisch Sepot?
A
Onvoldoende of onrechtmatig bewijs
B
Dat de verdachte niet technisch genoeg is
C
De techniek (PC) van de OVJ werk niet naar behoren
D
De techniek (PC) van de Rechter werk niet naar behoren

Slide 7 - Quiz

Wat betekend het begrip
"Opportuniteitsbeginsel"?

Slide 8 - Open question

Lees art 12 WvSV eens door op blz 1-2
Wat wordt hier gezegd over art 12?

Slide 9 - Open question

Wat is een Transactie?

Slide 10 - Open question

Omschrijf het begrip
"Bestrafte"

Slide 11 - Open question

Wat is een "Strafbeschikking"?

Slide 12 - Open question

Omschrijf het begrip
"HALT-straf"

Slide 13 - Open question

Welke feiten zijn de lichtere feiten die voor HALT in aanmerking komen?

Slide 14 - Open question

Voor het toepassen van een HALT straf gelden enkele voorwaarden. Welke zijn dit?

Slide 15 - Open question

Welke HALT-straf kan er opgelegd worden?

Slide 16 - Open question

Lees art 152 WvSV eens door 
op blz 2-1

Slide 17 - Slide

Art 152 WvSV
1. De Ambtenaren, met de opsporing van strafbare feiten belast, maken ten spoedigste proces-verbaal op van het door hen opgespoorde feit of hetgeen door hen tot opsporing is verricht of bevonden.
2. het opmaken van proces verbaal kan onder verantwoordelijkheid van het openbaar ministerie achterwege worden gelaten.

Slide 18 - Slide

Wat valt je op aan dit artikel?

Slide 19 - Open question

Hoe noem je deze bevoegdheid?
A
De doe maar wat bevoegdheid
B
Ik weet het niet bevoegdheid
C
Discretionaire bevoegdheid
D
Discretie bevoegdheid

Slide 20 - Quiz

Wat houdt "Discretionaire bevoegdheid" concreet in?

Slide 21 - Open question

Wanneer een opsporingsambtenaar een PV opmaakt, wanneer moet hij dit doen?
A
Ten spoedigste
B
Onverwijld
C
Wanneer hij tijd heeft
D
Binnen de termijn van 7 dagen

Slide 22 - Quiz

Aan welke Wettelijk eisen moet een Proces-Verbaal voldoen?

Slide 23 - Open question

Lees Art 29A lid 2 en lid 3 WvSV door op blz 2-4

Slide 24 - Slide

Wat zegt Artikel 29a WvSV?

Slide 25 - Open question

Omschrijf de volgende begrippen:
Het begrip "Feit"
Het begrip "Omstandigheden"
Het begrip "Waarneming"
Het begrip "Ondervinding"

Slide 26 - Open question