1 tto les 20

PAK JE LEESBOEK
15 MINUTEN STIL LEZEN
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

PAK JE LEESBOEK
15 MINUTEN STIL LEZEN

Slide 1 - Slide

GPW 3

- Grammatica zinsdelen hs 1 t/m 5

- Grammatica woordsoorten hs 1 t/m 4

- Formuleren hs 2 t/m 4

Slide 2 - Slide

Welkom!
Doel van de les:  ik weet hoe het zit met het lijdend voorwerp bij wederkerende werkwoorden. 


Vragen over huiswerk?
Uitleg lijdend voorwerp en wederkerende werkwoorden.

Chromebook: zinsdelen hoofdstuk 3 - extra en test. 

 

Slide 3 - Slide

Het lijdend voorwerp

wie/wat + wg + ow?

Leeuwen eten dagelijks vele kilo's vlees.

In deze fabriek maken wij plastic flessen.

Slide 4 - Slide

Wederkerende werkwoorden

- verplicht wederkerende werkwoorden
zich schamen, zich vergissen
ik vergis me 
ik vergis mezelf

- toevallig wederkerende werkwoorden
zich wassen, zich vermaken
(je kunt ook een ander/iets wassen of een ander vermaken!)
ik was me
ik was mezelf

Slide 5 - Slide

Wij schaamden ons voor de resultaten.
pv = schaamden
ow = Wij
wg = schaamden ons
lv = /

Wij wassen ons met water uit het beekje.
pv = wassen
ow = Wij
wg = wassen
lv = ons

Slide 6 - Slide

Mijn moeder bemoeit zich te veel met mijn kledingkeuze.
pv = 
ow = 
wg = 
lv =

Waarom hebben jullie je zo zwaar opgemaakt?
pv = 
ow =
wg =
lv = 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Nog doen: 
woordenschat hs 5
oefentoets - uitleg!


Slide 10 - Slide

https://schooltv.nl/video/wat-is-nepnieuws-verzonnen-berichten-op-social-media/

https://nos.nl/video/2220822-voorbeelden-van-nepnieuws.html

Slide 11 - Slide

zww, kww of hww?

wg = iets wat iemand doet
ng = iets wat iemand is/wordt/blijft/lijkt enz.

wg: altijd één zww (rest is hww)
ng: altijd één kww (rest is hww)

meerdere werkwoorden? de pv is altijd een hww

Slide 12 - Slide

Ik loop op straat. wg=loop
loop=zww

Ik heb op straat gelopen. wg=heb gelopen
heb=hww
gelopen=zww

Mijn moeder is huisarts. ng=is [huisarts]
is=kww

Mijn moeder is huisarts geworden. ng =is [huisarts] geworden
is=hww
geworden=kww

Slide 13 - Slide

Vanaf volgende week lezen we op vrijdag in de les stil in een leesboek naar keuze. 

Criteria:
Moet op www.jeugdbibliotheek.nl staan (kwaliteit)
Categorie 12+
Nederlandse schrijver, in het
 Nederlands, geen vertaling 
Geen verfilming
Neem dus volgende week vrijdag het boek van jouw keuze mee.

Slide 14 - Slide

Toetsen periode 3

- 11 februari: 
SO spelling hoofdstuk 3 en 4 (geen ww-spelling)

- 8 maart:
SO schrijven (nepnieuws)

TOETSWEEK (week 3 april): GPW 3
- Grammatica zinsdelen hs 1 t/m 5
- Grammatica woordsoorten hs 1 t/m 4
- Formuleren hs 2 t/m 4

Slide 15 - Slide