BERH: TH12 BS6 Planteneters, vleeseters en alleseters

Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
Th12: Voeding en vertering
1 / 19
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
Th12: Voeding en vertering

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesverloop


  1. Leerdoelen BS6
  2. Leer met je Boek en deze LessonUp
  3. Kennis testen
  4. Aan de slag: maak alle opdrachten in het boek.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

B6: Planteneters, vleeseters en alleseters


Th12: Voeding en vertering

Slide 3 - Slide

This item has no instructions



  • Bouw van het gebit
  • Planteneters
  • Vleeseters
  • Alleseters
  • Kenmerken lichaamsbouw
  • Verzorging van het gebit



12.6.1 Je kunt de delen van tanden en kiezen noemen met hun kenmerken.

12.6.2 Je kunt bij zoogdieren het verband aangeven tussen de voedselkeuze, de lengte van het darmkanaal en de kenmerken en functies van de tanden en kiezen.

12.6.3 Je kunt omschrijven wat tandplak is en wat tanderosie is.

    Leerdoelen

    Waar gaat deze basisstof over?

    Slide 4 - Slide

    This item has no instructions

    Het gebit en het darmkanaal zijn aangepast aan wat een dier eet!
    Het gebit en het darmkanaal zijn aangepast aan wat een dier eet!

    Slide 5 - Slide

    This item has no instructions

    Het gebit 
    GEBIT = tanden (snijtanden + hoektanden) + kiezen. 
    Tanden en kiezen bestaan voor het grootste deel uit zacht TANDBEEN

    KROON: het deel van een tand of kies dat buiten de kaak uitsteekt.
    GLAZUUR: bedekt en beschermt de tandbeen van de kroon. CEMENT (dun laagje): bedekt het tandbeen van de wortel(s).
    TANDHOLTE: hierin liggen bloedvaten en zenuwen.
    WORTELVLIES: zit om de wortel(s). Dit vlies zorgt ervoor dat tanden en kiezen in het kaakbeen vast blijven zitten. 

    Het kaakbeen is bedekt met TANDVLEES.

    Slide 6 - Slide

    This item has no instructions

    Planteneters
    Planteneters (herbivoren) eten alleen plantaardig voedsel.
    • Lang darmkanaal.  Een paard heeft b.v. een darmkanaal van  veertig meter lang >>
    • De buik van planteneters is daardoor dik in verhouding tot de lengte van het dier.
    • Plooikiezen ->  kiezen met harde richels van glazuur. Tijdens het kauwen wordt het voedsel tussen de harde richels fijngemalen. 
    • Hoektanden ontbreken (vaak).

    Slide 7 - Slide

    This item has no instructions

    Vleeseters
    Vleeseters (carnivoren) eten alleen dierlijk voedsel. 

    • Kort darmkanaal 
           >> de buikholte is  klein.

    • Knipkiezen:
           >> scherpe kiezen waarmee ze vlees in stukken knippen.      
           >> De bovenkaak is breder dan de onderkaak, waardoor de 
           kiezen langs elkaar glijden zoals bij een schaar.

    • De hoektanden zijn meestal groot, spits en scherp. 
           >> om de prooi te doden.
           >> om stukken vlees los te scheuren. 
           >> ter verdediging.

    Slide 8 - Slide

    This item has no instructions

    Alleseters
    Alleseters (omnivoren) eten zowel dierlijk als plantaardig voedsel.

    • Darmkanaal in middellang, om vlees en planten te kunnen verteren. B.v. Bij mensen is het totale darmkanaal ongeveer negen meter lang.
    • knobbelkiezen: zijn klein met een knobbelig oppervlak, zodat het voedsel kan worden fijngemalen  -> 'knippen' en malen.
    • Hoektanden aanwezig.
           >> Bij sommige alleseters zijn die groot, spits en scherp om de prooi te doden. 
          >> Bij andere alleseters zijn de hoektanden vrijwel even groot als de snijtanden. 

    Slide 9 - Slide

    This item has no instructions

    Slide 10 - Slide

    This item has no instructions


    Verzorging van het gebit
    Tandplak:
     Dun laagje “aanslag” op tanden. Bestaat uit:
    • Bacteriën
    • Etensresten
    • Speeksel
    Bacteriën uit tandplak zetten suikers om in zuur. Zuur lost glazuur op --> gaatjes --> tanderosie. De bacteriën vormen dit zuur vooral op de momenten dat je eet of vlak erna. 
    Tandbederf:
     Aantasting v/h gebit door tandplak.
    Tanderosie:
     Aantasting v/h gebit (glazuur) door zure voedingsstoffen. 


    Slide 11 - Slide

    This item has no instructions

    ko
    Volgende film 
    Tanderosie

    Slide 12 - Slide

    Vul voor jezelf aan
    Substraat: is wat wordt omgezet/verwerkt in een enzym
    Active centrum: waar substraat bind met enzym
    reactieproduct: wat uit de reactie komt

    Slide 13 - Video

    This item has no instructions

    Het gebit van mensen bestaat uit snijtanden, hoektanden en kiezen.
    Aan de kiezen is te zien dat mensen alleseters zijn. In de afbeelding zie je een doorsnede van een kies.

    Hoe heet zo’n kies?

    A
    knipkies
    B
    knobbelkies
    C
    plooikies

    Slide 14 - Quiz

    This item has no instructions

    Door je tanden te poetsen verwijder je tandplak van het gebit. Tandplak is een kleverig laagje op de tanden dat bestaat uit etensresten, slijm en bacteriën. Deze bacteriën zetten suikers uit etensresten om in zuren. Deze zuren kunnen het glazuur van de tanden aantasten en tandbederf veroorzaken. Veel tandpasta’s bevatten fluoride. Fluoride maakt het glazuur van de
    tanden hard en beschermt daardoor tegen tandbederf. Welke letter geeft het deel aan dat door die stof in tandpasta’s hard wordt gemaakt?
    A
    P
    B
    Q
    C
    R
    D
    T

    Slide 15 - Quiz

    This item has no instructions

    ko
    Volgende film 
    Focus op biologie - Planten , vlees en alleseters 

    Slide 16 - Slide

    Vul voor jezelf aan
    Substraat: is wat wordt omgezet/verwerkt in een enzym
    Active centrum: waar substraat bind met enzym
    reactieproduct: wat uit de reactie komt

    Slide 17 - Video

    https://youtu.be/8wJ1InpJ3wo?si=iQgXeEEzHRPUmoQm
    Aan de slag! (leerwijzer)
    1. Lees de BS in je boek. 
    2. Bekijk beschikbare videos in Malmberg + Biologie met Joost
    3. Maak aantekeningen van wat je geleerd hebt. 
    4. Plaatjes tekenen (als het nodig is). Zo leer je goed.

    5. Maak alle opdrachten in je boek; extra opdrachten ook! 
    6. KIJK NA!
    7. Leg uit: leg aan iemand uit wat je hebt geleerd.
    8. Doe de Test Jezelf online.
    9. Ga naar Biologiepagina.nl om te oefenen.
    10. Noteer je vragen. Komt naar mij toe voor uitleg.

    Slide 18 - Slide

    This item has no instructions

    link 
    https://www.kiezebrink.eu/nl/kennisbank-zoos/verschillen-in-verteringstelsels-tussen-herbivoren-carnivoren-en-omnivoren

    Slide 19 - Slide

    This item has no instructions