This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Kapitel 8: Aussehen
Slide 1 - Slide
Was machen wir heute?
Zusammen:
Wortschatz und Sätze üben (Vorbereitung Sprechtest)
Selbständig:
die Aufgaben aus dem Studienführer
Slide 2 - Slide
Die Farben
Slide 3 - Mind map
Das Aussehen
Slide 4 - Slide
Welche Sätze kann man benutzen wenn man das Aussehen einer Person beschreiben will?
Slide 5 - Open question
Slide 6 - Slide
Handige zinnen voor de spreektoets
Tip: maak hiervan een aantekening
Als je iemand moet beschrijven, gebruik je natuurlijk niet "ik draag" maar "hij draagt" of "zij draagt".
Let op: de werkwoordsvorm krijgt dan een Umlaut:
er trägt / sie trägt
Beschrijf je in een keer meerdere personen, dan zeg je "zij dragen" = sie tragen
Slide 7 - Slide
Personen beschreiben
(Breakoutrooms)
Wählt eine Person aus dem Bild aus.
Beschreibe deine Person auf Deutsch, min. 5 Merkmale (kenmerken) nennen. Die Gruppe soll raten wer es ist.
Wechselt jedes Mal die Rolle. Jeder von euch beschreibt insgesamt 3 personen auf Deutsch.
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Aufgabe für Freitag
Zoek een foto van een goed gestylde persoon. De persoon moet helemaal op de foto staan. Je moet kleding en kapsel zien. Sla die foto goed op. Je hebt hem vrijdag nodig in de toets.
Slide 10 - Slide
Hausaufgaben für Woche 6
mavo: maken blok F: 29 t/m 32
havo/vwo: maken blok F: 35 t/m 37 en 41
iedereen: leren woordenlijst A t/m E (gebruik Slim Stampen
vrijdag: spreektoets - foto opgezocht en opgeslagen
