7.4 Verteren

1 / 44
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat weet je nog van 7.3?
Herhaling

Slide 2 - Slide

Waarom is de schijf van 5 belangrijk?
A
Om gezond en gevarieerd te eten
B
Om uit te zoeken wat je wel lekker vindt
C
Om gezond en ongezond te eten
D
Om ongezond te eten

Slide 3 - Quiz

Energierijke stoffen
Bouwstoffen
Beschermende stoffen

Suiker

Zetmeel
Vetten
Eiwitten
Mineralen
Vitaminen
Vetten
Mineralen
Water

Slide 4 - Drag question

Waar zijn voedingsvezels belangrijk voor?
A
Voor de smaak
B
Voor het kauwen
C
Voor de darmen
D
Voor het slikken

Slide 5 - Quiz

In welke van deze 4 situaties verbruik je de meeste energie?
A
Je gaat op een warme dag op de fiets naar school
B
Je gaat op een koude dag op de fiets naar school
C
Je gaat op een warme dag met de bus naar school
D
Je gaat op een koude dag met de bus naar school

Slide 6 - Quiz

Vetten
Eiwitten
Koolhydraten
Water
Mineralen
Vitaminen

Slide 7 - Drag question

Welke voedingsstoffen zijn brandstoffen?
A
Koolhydraten
B
Koolhydraten en vetten
C
Vetten en eiwitten
D
Koolhydraten, vetten en eiwitten

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Video

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Voedingsstof die direct in je bloed wordt opgenomen en dus niet verteerd wordt
Voedingsstof die eerst verteerd wordt, voordat het in je bloed wordt opgenomen
Geen voedingsstof
Alle koolhydraten behalve glucose
Glucose
Vetten
Voedingsvezel
Mineralen
Eiwitten
Vitaminen
Water

Slide 12 - Drag question

Waar begint de vertering?
A
In de mond
B
In de slokdarm
C
In de maag
D
In de darmen

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Wat doen enzymen?
A
Enzymen verbranden voedingsstoffen
B
Enzymen maken voedingsstoffen kleiner
C
Enzymen bevatten verteringssappen
D
Enzymen nemen voedingstoffen op in het bloed

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Welk orgaan komt er na de slokdarm?
A
B
C
D

Slide 24 - Quiz

Welk nummer
is de dunne darm?
A
2
B
3
C
7
D
9

Slide 25 - Quiz

Hoe heet 11?
A
Slokdarm
B
Maag
C
Alvleesklier
D
Dikke darm

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Verteringssap
Voedingsstoffen die verteerd worden
Alleen zetmeel
Alleen eiwitten
Koolhydraten,
eiwitten en vetten
Koolhydraten
en eiwitten
Alvleessap
Darmsap
Maagsap
Speeksel

Slide 29 - Drag question

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Soms als je ziek bent, heb je ook diarree. Welk orgaan doet zijn werk dan niet goed?
A
Maag
B
Dunne darm
C
Lever
D
Dikke darm

Slide 39 - Quiz

Hoe heet het deel van het verteringskanaal waarin onverteerde resten worden ingedikt?
A
Dunne darm
B
Dikke darm

Slide 40 - Quiz

Slide 41 - Slide

Wat heb je deze les geleerd?
7.4 Verteren

Slide 42 - Mind map

Ik vond deze les....
😒🙁😐🙂😃

Slide 43 - Poll

Slide 44 - Slide