This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Zakelijke mail
Doel:
Een goede en nette zakelijke mail schrijven.
Slide 1 - Slide
Een zakelijke email
A
formeel
B
informeel
Slide 2 - Quiz
Een zakelijke mail stuur je
A
naar je beste vrienden
B
naar bedrijven of instellingen
Slide 3 - Quiz
Kies de juiste onderwerpregel:
A
Verzoek voor interview
B
Hallo meneer, zou ik u mogen interviewen?
C
Vraagje
D
Hallo
Slide 4 - Quiz
Kies de juiste aanhef...
A
Hallo heer, mevrouw,
B
Geachte heer, mevrouw,
C
Geachte heer en mevrouw,
Slide 5 - Quiz
In een zakelijke email spreek je de ander aan met 'U'
A
waar
B
niet waar
Slide 6 - Quiz
Kies de juiste zin
A
Ik heet ...
B
Ik ben ...
C
Mijn naam is...
Slide 7 - Quiz
Kies de juiste zin:
A
Ik hoop op een snelle reactie.
B
Mail me aub snel terug.
C
Ik verwacht van u dat u snel reageert.
Slide 8 - Quiz
Kies de juiste afsluiting, slotgroet..
A
Groetjes,
B
Met vriendelijke groet,
C
Met vriendelijke groet
Slide 9 - Quiz
Onder je email zet je
A
je voornaam
B
je achternaam
C
je voor- en achternaam
Slide 10 - Quiz
In een zakelijke email moet je verplicht je adres en telefoonnummer vermelden.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 11 - Quiz
Hey hallo,
Ik ben Maarten. Ik zou graag gratis info over het Achterhuis willen hebben. Ken jij mij die sturen? Ik wil natuurlijk een goed cijfer halen voor geschiedenis.
Het dagboek van Anne Frank heb ik al voor het vak Nederlands gelezen. Dat is wel ff een indrukwekkend boek zeg! Volgende week houdt ik mijn spreekbeurt dus of je een beetje op wil schieten met de info. Bye.
Emilio
A
Zakelijke brief
B
Persoonlijke brief
Slide 12 - Quiz
Theorie
Regels:
Aanhef: Beste meneer De Groot of Geachte meneer/mevrouw,