H2 Fouten voorkomen 2.3 Dubbelop? Door elkaar? HERHALING STOF

2.3 Dubbelop? Door elkaar?
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 23 slides, with text slides.

Items in this lesson

2.3 Dubbelop? Door elkaar?

Slide 1 - Slide

Leerdoel
Je voorkomt onjuiste herhaling en je haalt woorden en uitdrukkingen niet door elkaar.

Slide 2 - Slide

Dubbelop-fouten
Dubbelop-fouten wegen zwaar op een examen. We noemen dit formuleringsfouten. Hierdoor is een zinsbouw incorrect.

Bij dubbelop-fouten breng je overbodige herhaling aan in een zin!

Slide 3 - Slide

Deze fouten voorkomen
Voorkom onjuiste herhaling in je zinnen. 

Veelvoorkomende fouten met 'dubbelop' zijn:

Slide 4 - Slide

FOUT
Weet jij waarvoor een buigtang voor wordt gebruikt?

Wat is de dubbelop-fout?

Slide 5 - Slide

Goed
Weet jij waarvoor een buigtang wordt gebruikt?

Slide 6 - Slide

FOUT
Je moet verplicht een helm dragen.

Wat is de dubbelop-fout?

Slide 7 - Slide

Goed
Je moet een helm dragen.
of
Je bent verplicht (om) een helm te dragen.

Slide 8 - Slide

FOUT
Af en toe kom ik hem soms op straat tegen.

Wat is de dubbelop-fout?

Slide 9 - Slide

Goed
Af en toe kom ik hem op straat tegen.
of
Soms kom ik hem op straat tegen.

Slide 10 - Slide

FOUT
Het is verboden hier geen fietsen te plaatsen.

Wat is de dubbelop-fout?

Slide 11 - Slide

Goed
Het is verboden hier fietsen te plaatsen.
of
Je mag hier geen fietsen plaatsen.

Slide 12 - Slide

FOUT
Ik wil dat je dat even gaat nachecken?

Wat wordt hier door elkaar gehaald?

Slide 13 - Slide

Goed
Ik wil dat je dat nakijkt.
of
Ik wil dat je dat checkt. 

Slide 14 - Slide

FOUT
Het groene gras staat er vandaag mooi bij.

Wat wordt hier dubbelop gebruikt?

Slide 15 - Slide

Goed
Het gras staat er mooi bij vandaag.

Slide 16 - Slide

FOUT
Na het afprinten moet je het inleveren bij je docent.

Wat wordt hier door elkaar gehaald?

Slide 17 - Slide

Goed
Na het afdrukken moet je het inleveren bij je docent.
of
Na het printen moet je het inleveren bij je docent.

Slide 18 - Slide

FOUT
Ik moet mijn klasgenoot nog optelefoneren.

Wat wordt hier door elkaar gehaald?

Slide 19 - Slide

Goed
Ik moet mijn klasgenoot nog telefoneren.
of
Ik moet mijn klasgenoot nog opbellen/bellen.

Slide 20 - Slide

FOUT
Dat gaat ze duur kosten.

Wat wordt hier door elkaar gehaald?

Slide 21 - Slide

Goed
Dat gaat ze veel kosten.
of
Dat is duur.

Slide 22 - Slide

Nog niet gemaakt?
Blz. 222-224, Maak opdracht 1-2-3
Rustig werktempo? Maak opdracht 1 en 2. 

Digitaal: maak van 2.3 de normale opdrachten

Slide 23 - Slide