Weer en klimaat par 2.1 Spanje

Welcome

1 / 26
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmboLeerjaar 4

This lesson contains 26 slides, with text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welcome

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Weer en Klimaat in Spanje

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Spanje 
Klimaat & plantengroei

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Spanje
- 13 keer zo groot als Nederland
- 47 miljoen inwoners
- Grootste deel: 500 meter  Hoofdstad Madrid
- Kuststrook: 200 meter
- Binnenland: Meseta

Slide 7 - Slide

Steppe

Slide 8 - Slide

Reliëf Spanje
4 hooggebergten:
Noorden: Pyreneeën en Cantabrisch gebergte
Zuiden: Sierra Neveda
Midden op de Meseta: Castiliaans Scheidingsgebergte


Slide 9 - Slide

Kaart Reliëf Spanje
Pyreneeën: hooggebergte tussen Frankrijk en Spanje. Je kunt hier zelfs skiën in de winter!
Sierra Nevada: gebergte in het zuiden van Spanje. Hoogte = 3478m en hierdoor kun je ook hier skiën in de winter! Sierra Nevada betekent dan ook "besneeuwde bergketen".
Cantabrisch Gebergte-> noordwesten van Spanje. Hier valt veel stuwingsneerslag, vandaar dat dit deel van Spanje ook wel het 'groene Spanje' wordt genoemd.

Slide 10 - Slide

Welke temperatuursfactoren zijn van invloed op het klimaat Spanje??
Hoe zuidelijker hoe warmer door:
1. breedteligging

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Welke klimaatfactoren in Spanje??
2. Invloed hoogluchtdrukgebied bij de Azoren.

Zomer: dalende lucht. Lucht wordt warmer en bewolking lost op

Winter: Het hoogluchtdrukgebied ligt zuidelijker. Heeft geen invloed meer. Nu laagluchtdrukgebied dus neerslag (vooral in het noorden.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Link

Van nat naar droog
Spanje: zomer: droogste periode
Lengte van de droge periode en de verdamping neemt toe van noordwesten naar zuidoosten

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

3 soorten regens
1. stuwingsregens
2. stijgingsgregens
3. frontale neerslag

Slide 20 - Slide

Stuwingsregen -> bij gebergten
Loefzijde = kant waar het regent
Aanlandige wind moet opstijgen tegen het gebergte. De lucht koelt hierdoor af (hoe hoger hoe kouder!) en het gaat regenen.
Lijzijde = regenschaduw = droge kant van het gebergte.
Lijzijde: de lucht daalt aan de andere kant van de berg en de wolken lossen weer op. Aan deze kant valt er dus niet of nauwelijks neerslag.

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Frontale neerslag
Warme en koude lucht botsen tegen elkaar -> koude lucht is zwaar en de warme lucht is gedwongen op te stijgen. Als warme lucht opstijgt, koelt hij af. Hierdoor ontstaan er wolken en gaat het regenen.
Frontale regen komt veel veel in Nederland. Wij liggen aan zee en  hebben geen bergen. Wel komt de wind bijna altijd uit het zuidwesten.
Een front = plek waar warme en koude lucht elkaar tegenkomen.

Slide 23 - Slide

Stijgingsregen
Warme lucht stijgt op -> koelt af -> condensatie -> het regent.
Dit soort neerslag komt in het warme binnenland van Spanje voor. Omdat het zo warm is, verdampt de neerslag snel...

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Par 2.1
- Lees de tekst van deze paragraaf
- Bekijk goed de figuren
- Maak de opdrachten

Slide 26 - Slide