H3.1 De eerste wereldoorlog

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Introductie les

Ga rustig & stil klaar zitten.

Pak je boek, schrift en pen/potlood.

Geen jassen en tassen op tafel!

Vandaag

H3.1 De eerste wereldoorlog

Zelfstandig werken

Leerdoel

• Ik kan uitleggen wat vier oorzaken van de Eerste Wereldoorlog waren, en hoe het een wereldoorlog werd.
• Ik kan beschrijven hoe de Eerste Wereldoorlog verliep in het oosten en in het westen.
• Ik kan twee redenen noemen waarom Duitsland de Eerste Wereldoorlog verloor.

Leerdoel: Ik kan uitleggen wat vier oorzaken van de Eerste Wereldoorlog waren, en hoe het een wereldoorlog werd.

 Vier oorzaken van de Eerste Wereldoorlog waren

• Nationalisme. Veel Europeanen waren trots op hun vaderland. Kinderen leerden op school dat hun land het beste en het sterkste was en dat andere landen minder waren of zelfs vijanden.
  

• Modern imperialisme. De wens om veel koloniën te hebben leidde tot spanning tussen veel Europese landen. Frankrijk en Groot-Brittannië kregen ruzie over gebieden in Azië en Afrika. Toen Duitsland ook koloniën wilde, leidde dat tot spanningen met Frankrijk en Groot-Brittannië.
  

• Wapenwedloop. Door de groeiende spanningen ontstond een wedstrijd tussen de Europese landen: elk land probeerde het sterkst te zijn door meer en betere wapens te produceren. Dankzij massaproductie in fabrieken was het mogelijk om in korte tijd veel wapens te maken.
  

• Sluiten van bondgenootschappen. Landen beloofden elkaar te helpen in geval van oorlog. Er ontstonden twee belangrijke bondgenootschappen. Aan de ene kant stonden de centralen. Dat waren Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en het Ottomaanse Rijk. Aan de andere kant stonden de geallieerden: Frankrijk, Rusland en Groot-Brittannië.

Leerdoel: Ik kan uitleggen wat vier oorzaken van de Eerste Wereldoorlog waren, en hoe het een wereldoorlog werd.

Hoe werd het een wereldoorlog

• Juli 1914 ontstond een conflict tussen Oostenrijk-Hongarije en Servië
• Rusland zijn leger paraat
• Duitsland raakte betrokken bij het conflict, als bondgenoot van Oostenrijk-Hongarije en vijand van Rusland
• Duitsland eerst België en Frankrijk aan, en kort daarna Rusland
• Ondertussen hadden bijna alle Europese landen elkaar de oorlog verklaard

Leerdoel: Ik kan uitleggen wat vier oorzaken van de Eerste Wereldoorlog waren, en hoe het een wereldoorlog werd.

1e wereldoorlog

De oorlog tussen Europese landen die duurde van 1914 tot 1918, waaraan ook de koloniën en landen buiten Europa meededen, bijvoorbeeld de Verenigde Staten.

Leerdoel: Ik kan uitleggen wat vier oorzaken van de Eerste Wereldoorlog waren, en hoe het een wereldoorlog werd.

Leerdoel: Ik kan beschrijven hoe de Eerste Wereldoorlog verliep in het oosten en in het westen.

1e WO in het oosten

In het oosten van Europa veroverden de legers van de centralen grote gebieden van Rusland.

Leerdoel: Ik kan beschrijven hoe de Eerste Wereldoorlog verliep in het oosten en in het westen.

1e WO in het westen

In het westen, in België en Noord-Frankrijk, kwam de Duitse opmars tot stilstand.

De Duitse soldaten moesten zich kunnen verdedigen en groeven daarom loopgraven. De Britten, Fransen en Belgen deden hetzelfde. 

Daarna lukte het geen van beide partijen nog om gebied op de ander te veroveren. Vanuit de loopgraven beschoten zij elkaar met mitrailleurs en granaten. 

Het gebied tussen de loopgraven werd volledig vernietigd. Het was er kaal en modderig; lijken van gesneuvelde soldaten bleven er liggen en er leefden alleen nog ratten.

Leerdoel: Ik kan beschrijven hoe de Eerste Wereldoorlog verliep in het oosten en in het westen.

Leerdoel: Ik kan twee redenen noemen waarom Duitsland de Eerste Wereldoorlog verloor.

2 redenen waarom Duitsland verloor

• Er was een tekort aan wapens, munitie en voedsel, en aan mannen die konden vechten. 
• De Verenigde Staten verklaarde in 1917 ook de oorlog aan Duitsland. In het voorjaar van 1918 kwamen honderdduizenden goed bewapende Amerikaanse troepen aan in Europa.

Leerdoel: Ik kan twee redenen noemen waarom Duitsland de Eerste Wereldoorlog verloor.

Aan de slag!

H3.1

BLZ.  t/m 

Opdracht 1 t/m 10

Als je klaar bent mag je iets voor jezelf doen in stilte.