Les 5: rechtelijke macht

• Burgerschapsonderwijs
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

Democratische 

cultuur

Les 5: rechtgevende macht

BK 2 - periode 6

Nodig:

- schrift

- laptop

Democratische 

cultuur

Les 5: rechtgevende macht

BK 2 - periode 6

Programma:

o terugblik

o uitleg rechterlijke macht

o zelfstandig werken

Wat betekend het begrip:

democratie

1. Het volk negeert de politiek.
2. Het volk regeert.
3. De politiek regeert het volk.
4. Het volk regeert de politiek.

Wat betekend het begrip:

cultuur

1. Normen van een groep mensen.
2. Waarden van een groep mensen.
3. Gewoonten van een groep mensen.
4. Normen, waarden en gewoonten van een groep mensen in de samenleving.

Wat betekend het begrip:

politiek

1. Alles dat te maken heeft met het besturen van een land, gemeente of provincie.
2. Alles dat te maken heeft met mensen.
3. Alles dat te maken heeft met het besturen van een voertuig.
4. Geen van deze antwoorden is goed.

Maak de juiste combinaties.

Welke macht heeft welke taak?

Wetgevende macht

Uitvoerende macht

Rechterlijke macht

maakt wetten

voert wetten uit

rechtspraak

Staten-Generaal

politie

ambtenaren

rechters

is onafhankelijk

Wat betekend het begrip:

debat

1. Dat je argumenten geeft voor je mening in een informele setting.
2. Dat je een standpunt verdedigd in een formele setting.
3. Dat je een standpunt beargumenteerd in een formele setting.
4. Dat je een verhaal vertelt in een formele setting.

Het parlement bestaat uit...

1. De Eerste Kamer
2. De Tweede Kamer
3. De Eerste en Tweede Kamer
4. De regering

Waarom noemen we de Kamerleden ook wel volksvertegenwoordigers?

1. Omdat zij het volk niet vertegenwoordigen.
2. Omdat burgers hun kiezen en zij hen vertegenwoordigen.
3. Omdat het Kamerleden zijn.
4. Geen van deze antwoorden is goed.

Hoeveel leden heeft de Tweede Kamer?

1. 75 leden
2. 150 leden

Hoeveel leden heeft de Eerste Kamer?

1. 75 leden
2. 150 leden

Wat is het verschil tussen de regering en het kabinet?

1. Bij de regering doet de koning wel mee, bij het kabinet niet.
2. Bij de regering doet de koning niet mee, bij het kabinet wel.
3. Er is geen verschil.
4. Bij de regering doet de minister-president niet mee, bij het kabinet wel.

Noem drie verschillende ministers.

Welke macht heeft de regering?

1. De wetgevende macht
2. De uitvoerende macht
3. De rechtsprekende macht
4. Ze hebben geen macht.

Waarom is het raar dat de regering zowel de wetgevende als de uitvoerende macht heeft?

Leerdoelen

Aan het eind van deze les...

...kan je uitleggen wat de rechterlijke macht doet;​

...kan je uitleggen wie de rechterlijke macht is;​

...kan je de belangrijke rollen benoemen in een rechtszaak.

De rechterlijke macht

Gaat over de rechtspraak in Nederland. Zij kijken of wetten goed worden uitgevoerd en of iedereen zich houdt aan de wet.

Waarom?

Dit komt omdat we in een rechtsstaat leven. ​

• Gevoel van onrechtvaardigheid voorkomen.​
  
• Bescherming van burgers tegen de staat en tegen elkaar.

Rechtsstaat: een staat waarin burgers door grondrechten worden beschermd tegen machtsmisbruik en willekeur van de overheid.

Wanneer ben je een verdachte?

Wanneer een misdrijf plaatsvindt, probeert de politie erachter te komen wat er gebeurd is. Ze proberen de verdachte(n) op te sporen.

Verdachte: Iemand van wie de politie denkt dat hij iets strafbaars heeft gedaan. Er moet een vermoeden van schuld zijn.

Verdacht, en nu?

Pas als je verdacht bent, mag de politie ingrijpen. 

• Fouilleren
• Arresteren
• Je huis doorzoeken

Hoe ziet een rechtszaak eruit?

1. De rechter controleert je persoonsgegevens.​
   
2. De officier leest de aanklacht voor.​
   
3. De rechter, officier en de advocaat mogen vragen stellen.​
   
4. Eventuele getuigen mogen hun verhaal doen.​
   
5. De officier legt uit waarom hij de verdachte schuldig vindt en eist een bepaalde straf.​
   
6. De advocaat mag de verdachte een laatste keer verdedigen.​
   
7. De verdachte krijgt het laatste woord voordat de uitspraak komt.​
   
8. De rechter spreekt het vonnis uit.​

Wie komt er na deze diefstal in actie? Wat doet deze persoon?

Wat is wat?

Dikgedrukt = een begrip

schuin = moeilijk woord

uitleg van begrip

Hierin staat de uitleg van het begrip. Schrijf het begrip en de betekenis op in je schrift.

uitleg van moeilijk woord

Hierin staat de uitleg van het moeilijke woord. Schrijf het op in je schrift.

uitleg

Hierin staat de uitleg over een bepaald onderwerp.

Op de bron

Blz. X

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Stel 1 vraag over de lesstof die je niet goed hebt begrepen.