1.2 De Republiek als handelsland

1.2 De Republiek als handelsland
1 / 42
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

1.2 De Republiek als handelsland

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen vandaag?
  • Herhaling vorige paragraaf
  • Lesdoel
  • De Republiek als handelsland - aantekening
  • Filmpje
  • Opdrachten
  • Afsluiting  

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

De bestuurders van de Republiek werden ... genoemd
A
handelaren
B
regenten
C
stadhouders
D
politici

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

De belangrijkste regent werd de ... genoemd
A
stadhouder
B
raadspensionaris

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

De baas van het leger werd de ... genoemd
A
stadhouder
B
raadspensionaris

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Maak de juiste combinaties!
Belangrijkste bestuurder van de Republiek
Baas van het leger
Johan de Witt
Maurits van Oranje
Stadhouder
Raadspensionaris

Slide 6 - Drag question

This item has no instructions

Wat was een reden voor het Rampjaar 1672?
A
De Republiek werd van 3 verschillende kanten aangevallen
B
De stadhouder kwam te overlijden
C
De oogsten mislukten
D
De Tachtigjarige Oorlog begon

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer vond het rampjaar plaats voor de Republiek der Nederlanden?
A
1662
B
1672
C
1676
D
1685

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Huiswerkcontrole
Paragraaf 1,1: Machtige mannen in de Republiek
Opdrachten: 2bd, 3, 5, 6, 7, 10, 11 en 12
LB blz. 8 en 9
WB blz. 7 t/m 11

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
Aan het eind van deze les:

  • Je kent de woorden handel en veeteelt

  • Je kunt uitleggen welke producten de Republiek ging halen in het noorden en zuiden en hoe zij deze opsloegen.






Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

Bespreek a.d.h.v. de kaart welke producten waar te vinden zijn. Vertel dat Nederland al voor 1600 een echt handelsland was. Nederlandse handelaren voeren naar Noord- en Zuid-Europa. Vanuit ons land namen zij in schepen melk, boter en stoffen mee om te verkopen in andere Europese landen; vanuit Noord-Europa namen ze bijvoorbeeld hout en leer mee; en vanuit Zuid-Europa wijn en olie.
Ook specerijen uit Azië waren populair. Deze werden in de middeleeuwen via handelsroutes over land naar de middellandse zee gebracht en daar verkocht. Nederlandse kooplieden wilden echter de populaire specerijen zelf per schip uit Zuidoost-Azië halen. De tocht per schip was echter lang en gevaarlijk (bijv. door stormen en piraterij). Leg uit dat kooplieden daarom in kleine handelsverenigingen (compagnieën) gingen samenwerken. Door samen te werken, konden de risico’s worden gedeeld.

Stapelmarkt

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

https://www.youtube.com/watch?v=2w67GxMDTfk
§1.2 
Handel binnen Europa   
leerboek blz. 10+11
  • In de 17e eeuw was er veel grasland in Nederland > veeteelt
  • Melk, kaas, boter en wol > weinig graan (brood)
  • Handelen in Noord-Europa  > graan, hout en leer kopen
  • Handelen in Zuid-Europa > wijn en olijfolie kopen
  • Slim handelswaar verkopen > veel winst maken
Veeteelt is het hebben van dieren (zoals schapen, koeien, etc.) om de dierlijke producten (melk, vlees, wol, etc.) te kunnen gebruiken.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Met welke producten voeren de handelaren vanuit Noord-Europa naar Amsterdam?
A
kaas, textiel en vis
B
wijn en olie
C
specerijen
D
graan en hout

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Met welke producten voeren de handelaren vanuit Zuid-Europa naar Amsterdam?
A
kaas, textiel en vis
B
wijn en olie
C
specerijen
D
graan en hout

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Nederland
Noord-Europa
Zuid-Europa

Slide 18 - Drag question

This item has no instructions

Opdrachten
Paragraaf 1,2: De Republiek als handelsland
Lees eerst de teksten uit je LB!
Opdrachten: 2, 3 en 4
LB blz. 10 en 11
WB blz. 12


Klaar? Maak een lijst van belangrijkste woorden (mag ook in eigen taal)
timer
10:00

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

1.2 Republiek als handelsland

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
Aan het eind van deze les:

  • Je kunt uitleggen waarom de Republiek interesse had in een route naar Indië en hoe zij aan deze informatie kwamen

  • Je kunt uitleggen waarom handelscompagnieën gingen samen werken en op welke manier.

  • Je kunt de begrippen VOC en WIC benoemen en waar deze naartoe gingen.








Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Wat heb jij gegeten gisterenavond? 

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Specerijen

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

§1.2 Naar Indië
  • In de 15e eeuw waren specerijen uit Azië heel populair en duur

  • Europeanen gingen via zee naar Azië om specerijen te kopen en verkopen (handel)
Met specerij bedoelen we een smaakmaker uit andere, voornamelijk tropische klimaten. Het heeft vaak een sterke geur en sterke smaak.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

§1.2 Samenwerken
  • De reis moest goed voorbereid worden en kostte erg veel geld >handelskapitalisme

  • Het was voor één handelaar dus erg moeilijk en gevaarlijk (storm, ziektes, piraten)

  • Handelaren gingen samenwerken in handelsverenigingen 
Begrip: handelskapitalisme= Geld uitgeven aan handel, met het doel winst te maken.
Een handelsvereniging betekent dat meerdere handelaren samen gaan werken als één handelsbedrijf. Ze voegen hun geld, mensen, schepen en spullen bij elkaar. Zo krijgen ze samen kans op meer winst en delen ze de risico's.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

§1.2 De VOC
  • De handelsverenigingen werden compagnieën genoemd
  • Alle kleine compagnieën werden samengevoegd tot één grote compagnie!

  • De Verenigde Oost-Indische                         Compagnie (VOC)


De VOC (Verenigde Oost-Indische Compagnie) was een Nederlandse handelscompagnie die in Azië werkte. De VOC handelde vooral in specerijen en kreeg bijzondere rechten van de overheid (forten bouwen, een eigen leger hebben, zelf verdragen sluiten) . Het bedrijf was actief van 1602-1800.
Begrip: Verenigde Oost-Indische Compagnie= (VOC) Handelsvereniging voor de handel met Zuidoost- Azië.

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

De VOC
(Verenigde Oost-Indische Compagnie)
Namens de Republiek mocht de VOC:
  • Monopolie op specerijenhandel in Azië
  • Oorlog voeren
  • Forten bouwen

Monopolie = alleenrecht


Een 'monopolie hebben' betekent dat, in dit geval, de VOC als enige iets mag doen. De VOC had een monopolie op de handel in specerijen; dat betekent dat alleen de VOC in Nederland specerijen mocht verhandelen van de overheid. Dit gaf de VOC veel macht en rijkdom.
Jan Pieterszoon Coen (1587-1629) was de Gouveneur-Generaal van de VOC tussen 1618 en 1629. Hij was daarmee de belangrijkste persoon van de VOC en de hoogste Nederlandse leider in Azië. Sommige Nederlanders vinden hem een held vanwege alle rijkdom die de VOC onder zijn leiding naar Nederland heeft gebracht, andere kijken kritisch naar het vele geweld wat de VOC onder zijn leiderschap heeft gepleegd.

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Video

This item has no instructions

§1.2 de WIC
  • Oprichten van de WIC 
       (West-Indische Compagnie)
  • Handelde in cacao, koffie, tabak, suiker (Amerika) en tot slaaf gemaakten (West-Afrika)
  • Driehoeks handel
  • Kaapvaart
Begrip: Verenigde West-Indische Compagnie= (WIC) Handelsvereniging voor de handel met Zuid- Amerika en het Caraïbisch gebied.
Omdat de VOC erg succesvol was en veel winst maakte, wilde de Nederlanden nog een zelfde soort handelsonderneming oprichten; de Verenigde West-Indische Compagnie (WIC) werd in 1621 een feit. De WIC zou zich voornamelijk richten op de handel met Noord- en Zuid-Amerika en de Afrikaanse slavenhandel. 
Begrip: Kaapvaart= Piraterij met toestemming van de regering om schepen van de vijand aan te vallen.
Begrip: Driehoekshandel= Handel tussen Europa, West-Afrika en Amerika.

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Slide 30 - Video

This item has no instructions

Slide 31 - Video

This item has no instructions

Specerijen
Slavenhandel
Hout en Graan
Boter en kaas
WIC
VOC

Slide 32 - Drag question

This item has no instructions

De VOC verhandelde vooral
A
Slaven
B
Aardappels
C
Specerijen
D
Melkproducten

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

In welk jaar werd de VOC opgericht?
A
1600
B
1601
C
1602
D
1603

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

VOC staat voor
A
Vereniging Oost-Indische Compagnie
B
Verenigde Oost-Indie Compagnie
C
Verenigde Oost-Indische Compagnie
D
Verenigde Oost-Indische Campagne

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

De WIC handelde vooral in ...
A
Slaven
B
Aardappels
C
Specerijen
D
Melkproducten

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

In welk jaar werd de WIC opgericht?
A
1602
B
1612
C
1620
D
1621

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

WIC staat voor
A
Vereniging West-Indische Compagnie
B
Verenigde Westerse Compagnie
C
Verenigde West-Amerikaanse Compagnie
D
Verenigde West-Afrikaanse Compagnie

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

Opdrachten
Paragraaf 1,2: De Republiek als handelsland
Lees eerst de teksten uit je LB!
Opdrachten: 6, 7 en 10
LB blz. 10 en 11
WB blz. 11 t/m 16

Klaar? Maak opdracht 11, 12 en 13
Niet klaar? Zet dit in je planning voor de volgende les!

timer
10:00

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Fijne dag!

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Standplaatsgebondenheid

Slide 42 - Slide

This item has no instructions