Le Quiz !

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

1. Welk monument was een cadeau
van Frankrijk
aan Amerika?

1. Golden Gate Bridge
2. Empire State Building
3. World Trade Center
4. Statue of Liberty

2. Wat is het volkslied van Frankrijk?

1. La Marseillaise
2. Une seule nuit
3. Le chant des Paris
4. La concorde

3. Welk vlag is de Franse?

1. 
2. 
3. 
4. 

4. Wie was Napoleon?

1. Hij was een Franse generaal die zichzelf tot keizer van Frankrijk kroonde.
2. Een snoepjesfabrikant die het Franse volk van eten voorzag.
3. Een officier in het Franse leger die de koning en koningin liet onthoofden.
4. Een uitvinder uit de tijd van de verlichting

5. Wat eten Franse kinderen tijdens de lunch op school?

1. boterhammen
2. croissants
3. stokbrood
4. warme maaltijd

6. Wat is de bijnaam van het Franse nationale team?

1. les coqs sportifs
2. les bleus
3. le bleu-blanc-rouge
4. les champions

7. Wat voor gebouw is het Louvre?

1. Kerk
2. Theater
3. Museum
4. Woonhuis

8. Wat is de bijnaam van
Koning Lodewijk de 14e?

1. Louis le Grand (Lodewijk de Grote)
2. Louis le Roi (Lodewijk de Koning)
3. Louis Lodewijk
4. Le roi soleil (de Zonnekoning)

9. Frans is een wereldtaal. Op welke plek staat de Franse taal?

1. 3e
2. 4e
3. 5e
4. 6e

10. De Franse Revolutie vond plaats in

1. 1789
2. 1798
3. 1689
4. 1698

11. Wat zijn brie, camembert en roquefort?

1. Franse kazen
2. Franse eilanden
3. Franse wijnen
4. Franse meisjesnamen

12. Welke prijs wordt op het Festival van Cannes uitgereikt voor
'le meilleur film'?

1. De Oscar
2. La Coupe du monde
3. La Palme d'Or
4. L'étoile

13. Wat is de 'klassieker' in de
Franse eredivisie (League 1)
Paris Saint-Germain tegen...?

1. Olympique Lyon
2. Olympique Marseille
3. LOSC Lille
4. Saint-Étienne

14. In welke animatiefilm speelt deze muis ?

1. Madagascar
2. Intouchables
3. Ratatouille
4. Ma vie de Courgette

15. Van welk Frans modemerk is deze tas?

1. Louis Vuitton
2. Christian Dior
3. Coco Chanel
4. Zadig et Voltaire

16. Wat is het Franse woord voor 'dinsdag' ?

1. lundi
2. mercredi
3. dimanche
4. mardi

17. Los deze som op:
Dix + cinq + trois =

1. vingt (20)
2. quinze (15)
3. quatorze (14)
4. dix-huit (18)

18. Wat is de bijnaam van Parijs?

1. de eeuwige stad
2. de lichtstad
3. de stad die nooit slaapt
4. de onverslagen stad

19. Wat krijg je als je 'une crêpe'
bestelt?

1. een brood
2. een vis
3. een pizza
4. een pannenkoek

20. Hoe heet Kuifje in het Frans

1. Tintin
2. Tonton
3. Tantan
4. Titeuf