WK 48 2hv 2EG - herh voca appr 1 lire un2

klas 2DEFG volgens plattegrond!

1 / 38
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

klas 2DEFG volgens plattegrond!

Slide 1 - Slide

Qu'est-ce qu'on fait aujourd'hui?
-les absents
- répétition du vocabulaire appr 1
- zelfstandig werken: lire
- lesdoel: je begrijpt een tekst over het onderwerp "les sports"
- eind vd les:  toets open en evaluatie invullen / 2E vrijdag

evt: herhaling nombres 0-20/ 20-50

Slide 2 - Slide

les absents
Tu aimes quels sports? 
J'aime le foot/volley etc....

C'est quel jour?

Tu as des frères/soeurs? etc

Slide 3 - Slide

voca un2 appr 1 2h en 2v boek
3 minuten voor jezelf herhalen
en silence!
in stilte!
timer
1:00

Slide 4 - Slide

de overwinning
A
la finale
B
l'équipe
C
la victoire

Slide 5 - Quiz

vertaal: het team

Slide 6 - Open question

Welk werkwoord hoort hierbij?

Slide 7 - Open question

Vertaal: hij knutselt

Slide 8 - Open question

vertaal: jij hebt geknutseld

Slide 9 - Open question

vertaal: de passie

Slide 10 - Open question

C'est qui? Geef ook het lidwoord.

Slide 11 - Open question

dernière question....

Slide 12 - Slide

vertaal : het stadion

Slide 13 - Open question

doornemen voca appr 2: lire

Slide 14 - Slide

2D E

Slide 15 - Slide


tekst 2F 2G
traceur de parkour: obstacle running
doornemen voca

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

unité 2
Sports et Passions
Maak de opdrachten die klaar staan in Learnbeat.

Klaar?  Leer de woordjes voor de volgende les (zie wk 49 2EF
 OF week 50 2CG )

Slide 18 - Slide

Le parkour est un vrai sport?
OUI
NON

Slide 19 - Poll

Ik begreep waar de tekst over ging.
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll

toets open
let op: soms zijn antwoorden rood, maar heb je wel punten gekregen.

Snap je de fouten?
Vul de evaluatie in Learnbeat in!!

Slide 21 - Slide

les nombres
Kahoot 20 -69

Schrijf op je blaadje de volgende tientallen uit in het Frans:
20 30 40 50 60 
Schrijf daarna een reeks van 10, bijv 20-30 , 30-40 etc.

Slide 22 - Slide

les devoirs:
leren appr 1 unité 2

Slide 23 - Slide

La fête de Saint Nicolas
mots utiles:
enfants, promènent, forêt, boucher, morceaux, tonneau, 
Tekst

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Le Saint-Nicolas en France
  • célébré le 6 décembre dans quelques régions de la France (surtout en Alsace)
  • Le Saint-Nicolas est le patron des enfants, des écoliers et des marins ( zeevaarders)
  • Le Père Fouettard (Piet): il aide Saint-Nicolas
  • Le Saint-Nicolas défile dans la rue avec un âne (ezel)

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Op welke dag vieren de Fransen Sinterklaas?
A
4 dec
B
5 dec
C
6 dec
D
7 dec

Slide 28 - Quiz

Hoe heet Piet in Frankrijk?
A
Le père fouettard
B
Le père Noël
C
Le père de rien
D
Père de Piet

Slide 29 - Quiz

Wat voor soort verhaal is la légende de Saint Nicolas?
A
een waargebeurd verhaal
B
een sprookje/legende/mythe
C
een horrorverhaal

Slide 30 - Quiz

Wat was het beroep van Sinterklaas?
A
barbier
B
bisschop
C
kleermaker
D
dierenverzorger

Slide 31 - Quiz

Père Fouettard monte sur la maison et descend par :
A
la fenêtre
B
la rue
C
le bateau
D
la cheminée

Slide 32 - Quiz

Père Fouettard met les cadeaux dans:
A
les pantalons
B
les chaussures
C
les manteaux
D
le chapeau

Slide 33 - Quiz

Saint Nicolas.....des cadeaux aux enfants sages (lieve kinderen)
A
donne
B
prend
C
écoute
D
entend

Slide 34 - Quiz

Saint Nicolas arrive avec:
A
le train
B
la voiture
C
le bateau
D
l'avion

Slide 35 - Quiz

Saint Nicolas conduit:
A
un cheval
B
un âne
C
un chat
D
un chien

Slide 36 - Quiz

dernière question...

Slide 37 - Slide

Saint Nicolas porte :
A
un manteau rouge
B
un mitre
C
la crosse
D
toutes les réponses sont correctes

Slide 38 - Quiz