Woche 48



Herzlich Willkommen beim Deutschunterricht

Woche 48
1 / 14
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson



Herzlich Willkommen beim Deutschunterricht

Woche 48

Slide 1 - Slide

Hoe gaat het met idioom?
Je leert de Kurzlernliste (6 Wochen) én D4. Sommige woorden komen overeen, maar heel veel niet. Je leert D4 er dus apart nog bij.

Zorg dat je die volledige punten voor dit onderdeel haalt, je hebt het helemaal zelf in de hand!

Slide 2 - Slide

Plan
Montag: lesen

Mittwoch: schreiben

Donnerstag: weiter mit Kafka. Ihr sollt die Kapitel 12 und 13 gelesen haben.

Slide 3 - Slide

Lesen
Letztes Mal: H1, 2 und 3. Selber korrigieren.

Jetzt: warm werden. Wir lesen H4 zusammen (S. 206).

Danach: H6 Fragen übersetzen - Fragen beantworten

Slide 4 - Slide

H6 - Fragen übersetzen
Neem een leeg blaadje in je schrift voor je en vertaal de vragen en antwoorden van tekst H6. Dit mag in je eigen woorden.

Waarom?
- Als oefening van examenidioom
- Als voorbereiding op een driesterren tekst

Slide 5 - Slide

H6 - na het vertalen
Lees je vertaalde vragen door. 

We bespreken in de klas: Waar denk je dat de tekst over gaat?

Huiswerk: vraag 20 t/m 26 maken bij tekst H6.

Slide 6 - Slide

Heute
- Wörter Woche 6 (15 Min)

- Schreiben: Text korrigieren (20 Min)

- Schreiben: letztes Mal üben (40 Min)

Slide 7 - Slide

Schreiben: Text korrigieren
Je krijgt een tekst met veelgemaakte fouten erin. 

1. Onderstreep de fouten

2. Verbeter de fouten

3. Benoem de fouten.
     Bijvoorbeeld 'woord verkeerd vertaalt' of 'persoonsvorm past niet bij
     onderwerp'

Slide 8 - Slide

De brief, maar dan goed
Zaandam, den 29. November 2022

Lieber David, 
schade, dass du gestern nicht da warst. Der Grund, warum ich das schade finde, ist weil ich morgen bei meiner Freundin schlafen werde. Weil es bei mir viele Angst gibt, würde ich deinen Rat brauchen.
Meine Freundin und ich sind noch nicht lange zusammen. Ich will, dass ihre Eltern mich mögen.

Ich bin neugierig, was würdest du tun? Bitte hilf mir.

Tschüss!
Mandy

Slide 9 - Slide

das en dass
das
- een lidwoord: Das Kind, das ich sehe.
- een betrekkelijk voornaamwoord: Das Kind, das ich sehe.
- een aanwijzend voornaamwoord: Welches Kind meinst du? - Das da.

dass
- een voegwoord: Ich weiß, dass du hier bist.

Slide 10 - Slide

Laatste keer oefenen
Je gaat Aufgabe 1 en 3 maken van het uitgedeelde blaadje.

Let op:
- sla steeds één regel over, zodat ik ruimte heb om na te kijken
- denk aan de conventies (datum, aanhef, ...)
- de eerste is persoonlijk (du), de tweede formeel (Sie)

Slide 11 - Slide

Heute
- Kafka; tekenopdrachten

- Kafka; weiterlesen

Slide 12 - Slide

Kafka; tekenopdrachten
- Over Kapitel 12
Lees het fragment "Und so brach…” t/m “gerichtet hatte.” nog eens door en teken de situatie.

- Over Kapitel 13
Lees het fragment “Es war ein Apfel…” t/m “Verwirrung aller Sinne." nog eens door en teken de situatie.

Slide 13 - Slide

Kafka; weiterlesen
We lezen verder vanaf Kapitel 14.

Slide 14 - Slide