H3: les 2
Ziel: Am Ende der Stunde kannst du Nominativ, Akkusativ und Dativ erkennen und ausfüllen.
Am Ende des Kapitels kannst du selber Sätze mit Fällen schreiben.
1. Stappenplan naamvallen
2. Personalpronomen (p.vnw.)
3. Präpositionen (voorzetsels)
4. Voorkennis
5. Aufgaben machen
1 / 7
next
Slide 1: Slide
DuitsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3
This lesson contains 7 slides, with text slides.
Items in this lesson
Ziel: Am Ende der Stunde kannst du Nominativ, Akkusativ und Dativ erkennen und ausfüllen.
Am Ende des Kapitels kannst du selber Sätze mit Fällen schreiben.
1. Stappenplan naamvallen
2. Personalpronomen (p.vnw.)
3. Präpositionen (voorzetsels)
4. Voorkennis
5. Aufgaben machen
Slide 1 - Slide
Stappenplan naamvallen
Stap 1 --> VWO (voorzetsels, werkwoorden,ontleden)
Stap 2 --> 1e naamval/onderwerp, Wie doet iets? Ik koop een hond. Wie koopt?
Stap 3--> 4e naamval/lijdend voorwerp, Wat/wie + ww + o.w? Wat koop ik?
Stap 4--> 3e naamval/meewerkend voorwep
Stap 5 -->
Stap 6 --> geslacht
Slide 2 - Slide
Personalpronomen (pers. vnw.)
1e naamval 3e naamval 4e naamval
ich mir mich
du dir dich
er/sie/es ihm/ ihr /ihm ihn/ sie/ es
wir uns uns
ihr euch euch
sie/Sie ihnen/ Ihnen sie/ Sie
Slide 3 - Slide
Voorzetsels - Präpositionen
3e naamval(meew.vw) 4e naamval (lijdend voorwerp)
mit = met durch = door
nach = na für = voor
bei = bij gegen = tegen
seit = sinds ohne = zonder
von = van um = om
zu = naar bis = tot
aus = uit entlang = langs (na zelfstandig naamwoord)
Slide 4 - Slide
Vorkenntnisse überprüfen
1. Ich gebe ........... den Ball. (haar)
2. ............ hast einen schönen Pullover. (jij)
3. Wir haben ........... sehr gut verstanden. (hem)
Slide 5 - Slide
Aufgaben machen
Selbständig oder zusammen mit der Dozentin?
Slide 6 - Slide
Hausaufgaben--> Ruhezeit
M: 18, 19, 20, 21, 22, 23, 24, 25, 26, 27
L: Lernliste Seite 88 wiederholen 89 lernen!
Verben haben/sein v.t. wiederholen
Na de vakantie hoofdstukken aftekenen + Test blz. 88,89
