jong en oud les 1

1 / 25
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Nash evenwicht
Hoe ook alweer evenwicht bepalen?

Een Nash evenwicht is een situatie binnen de speltheorie waarbij geen enkele speler zijn opbrengst kan verbeteren door eenzijdig een andere keuze te maken.

Met andere woorden: een situatie waarbij het voor geen enkele speler voordelig is daarvan af te wijken, als de andere speler(s) dat niet ook doet.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Wat is het Nash-evenwicht in de bezorgoorlog?
A
Bob zaterdag Petra zaterdag
B
Bob zaterdag Petra vrijdag
C
Bob vrijdag Petra zaterdag
D
Bob vrijdag Petra vrijdag

Slide 15 - Quiz

Welke studentenvereniging wint er in het Nash-Evenwicht?
A
Smålands wint omdat beide verenigingen rustig doen
B
Kalmar wint met krachtig tegen rustig
C
Kalmar wint met krachtig tegen krachtig
D
Kalmar wint met rustig tegen krachtig

Slide 16 - Quiz

Wat is het Nash-evenwicht in deze situatie?
A
één van de twee supermarkten is open op zondag, de andere niet
B
Beide supermarkten zijn open op zondag
C
Beide supermarkten zijn dicht op zondag

Slide 17 - Quiz

In de volgende tabel staat de opbrengstenmatrix van twee kledingwinkels wanneer zij wel een winter-uitverkoop houden, of niet. Welk vakje geeft het Nash-evenwicht aan (hoogste getal is het beste)? Het gaat hier om een simultaan spel.

A
Hokje A
B
Hokje B
C
Hokje C
D
Hokje D

Slide 18 - Quiz

Een evenwicht in dominante strategieën is per definitie een Nash-evenwicht.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quiz

Persoon A en B worden
beide door de politie apart
verhoord, wat is de verwachte uitkomst en welke stelling is juist (hoe lager het getal, hoe beter)?
A
Allebei zwijgen en er is geen Nash-evenwicht
B
Allebei zwijgen en er is wel een Nash-evenwicht
C
Allebei bekennen en er is geen Nash-evenwicht
D
Allebei bekennen en er is wel een Nash-evenwicht

Slide 20 - Quiz


Is er sprake van een gevangenendilemma?
A
Nee, want de uitkomst is optimaal
B
Nee, want de korting geldt alleen op vrijdag
C
Ja, want er is een suboptimaal Nash-evenwicht
D
Ja, want ze hebben beide een dominante strategie

Slide 21 - Quiz

In het gevangenendilemma ontstaat een uitkomst die uiteindelijk
A
voor 1 iemand het gunstigst is
B
voor beiden personen het gunstigst is
C
voor beiden personen niet het gunstigst is

Slide 22 - Quiz

Is er sprake van een gevangenendilemma?
A
Nee, want er is geen betere optie beschikbaar
B
Ja: Zara geen korting en H&M wel korting (20;30) is beter
C
Ja: Zara wel korting en H&M geen korting (35;15) is beter
D
Ja: beiden geen korting geven (25;20) is beter

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide