3.2 Nederland en Europa

1 / 28
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Ontdekkers en hervormers
Regenten en vorsten
Steden en staten
Reformatie
Kruistochten
Gouden Eeuw

Slide 4 - Drag question

welke uitspraak hoort niet bij Lodewijk XIV?
A
Zonnekoning
B
Een wet, een geloof, een koning
C
De staat, die ben ik
D
Alleen edelen beslissen met mij mee.

Slide 5 - Quiz

Juist of onjuist?
De Engelse koning was absoluut vorst
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

Juist of onjuist?
Het Engelse parlement had weinig macht
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

Wie was opperbevelhebber van leger en vloot?
A
De stadhouder
B
De gewesten
C
De Staten-Generaal
D
De koning

Slide 8 - Quiz

De Gouden Eeuw was de zeventiende eeuw.
In de Gouden Eeuw was iedereen rijk
De koning woonde in het paleis op de Dam
Op een stapelmarkt wordt handelswaar zo snel mogelijk verkocht

Slide 9 - Drag question

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

VOC
WIC
Havenstad Amsterdam
stapelmarkt

Slide 13 - Drag question

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Droogmakerij 
grachtengordel 
stapelmarkt 
compagnie 
herengracht, prinsengracht, keizersgracht 
polder met ringvaart, dijken en molens. drooggelegd land 
plaats waar handelwaar tijdelijk wordt opgeslagen, handelshuizen 
een handelsvereniging 

Slide 16 - Drag question

Wat hoort bij elkaar?
Kooplieden.
Kunst

Gouden eeuw

Veel geld hebben.

Het ging goed met de handel.

Rijken laten zien dat ze rijk zijn.

1600-1700

Welvaart

Slide 17 - Drag question

Terugblik: koppel het begrip aan de juiste beschrijving
Gouden eeuw
Stapelmarkt
Beurs
Gebouw waar kooplieden handeldreven 
Plek waar goederen worden opgeslagen en worden verhandeld. 
Lange bloeiperiode waarin Nederland heel rijk was.

Slide 18 - Drag question

Slide 19 - Slide

Wat was de belangrijkste oorzaak van de economische bloei van de Nederlandse Republiek?
A
De handel van de VOC
B
De handel op de Oostzee
C
De handel van de WIC
D
De handel op de Middellandse Zee

Slide 20 - Quiz

1550
1650
1660

Slide 21 - Drag question

Slide 22 - Slide


WAAR OF NIET WAAR
In het 'volkenrecht' staan regels beschreven die specifiek gelden tijdens oorlogen.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Slide

Kort na de Vrede van Münster (1648) overleed de stadhouder. Er werd geen nieuwe stadhouder gekozen. Voortaan zou de Staten-Generaal zorgen voor de veiligheid van het land. De raadspensionaris,                          , zorgde dat de Republiek een sterke vloot had. Dat was nodig omdat er spanningen ontstonden tussen de Republiek en Engeland. Onder leiding van                           werd de Engelse vloot verslagen. Vijf jaar later vielen de Engelsen weer aan, maar dit keer viel het Franse leger en twee legers uit het                             tegelijkertijd aan. De Engelsen werden weer verslagen, maar de Fransen niet. Dat kwam doordat het landleger van de Republiek heel zwak was. Sommige mensen gaven Johan de Witt daar de schuld van. Hij werd toen, samen met zijn broer, gruwelijk vermoord. Na het                             , zoals het jaar 1672 later zou gaan heten, werd er toch maar                         nieuwe stadhouder gekozen.
oosten
Johan van Oldenbarnevelt
een
Piet Hein
Maurits van Oranje
Johan de Witt
geen
Stadhouderjaar
Spaanse
Rampjaar
Michiel de Ruyter
oorlogsjaar

Slide 25 - Drag question

Producten opslaan om later te verhandelen noem je:
A
handelskapitalisme
B
stapelmarkt
C
VOC-principe
D
pakhuispolitiek

Slide 26 - Quiz

Wat hoort niet bij de Gouden Eeuw?
A
Bloei in de kunst
B
Bloei in de wetenschap
C
Groeiende handel en industrie
D
Groeiende handel en nijverheid

Slide 27 - Quiz

Het economisceh systeem waarin mensen geld in bedrijven steken om winst te maken heet:
A
absolutisme
B
oligarchie
C
kapitalisme
D
wereldeconomie

Slide 28 - Quiz