This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Wat gaan we doen vandaag?
Lesdoel
Aantekeningen maken
Oefenen
Nakijken
SO bespreken
Einde les
Slide 1 - Slide
Lekker lezen
Slide 2 - Slide
Lesdoel
Aan het einde van de les kun je hoofd- en bijzinnen herkennen.
Aan het einde van de les herken je voegwoorden.
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
Hoe herken je een enkelvoudige zin?
Slide 5 - Open question
Hoe herken je een samengestelde zin?
Slide 6 - Open question
Hoofdzin
Bij een hoofdzin staan de persoonsvorm en het onderwerp naast elkaar in de zin en kan er geen woord tussen.
Een zin heeft ALTIJD een hoofdzin (of meer)
VB: Bo zoekt haar winterjas, omdat het in de ochtend koud is.
Slide 7 - Slide
Samengestelde zin=
hoofdzin + hoofdzin
Slide 8 - Slide
samengestelde zin=
hoofdzin + bijzin
Slide 9 - Slide
Kenmerken hoofdzin
Een hoofdzin ziet er net zo uit als een enkelvoudige zin:
• het onderwerp en de persoonsvorm staan naast elkaar;
• de persoonsvorm staat op de eerste of tweede plaats in de zin.
Slide 10 - Slide
kenmerken bijzin
In de bijzin verandert de volgorde:
het onderwerp en de persoonsvorm staan uit elkaar (of je kunt ze uit elkaar halen).
is zonder hoofdzin geen goede zin
de persoonsvorm staat op de laatste of een na laatste plaats in de zin.
Slide 11 - Slide
Voegwoorden
Nevenschikkend = verbinden twee hoofdzinnen
- en, want, maar, of
Onderschikkend = verbind een hoofdzin en bijzin
- omdat, als, dan, terwijl, nadat etc.
- of (kan bij beide voorkomen)
Slide 12 - Slide
Doen:
opdracht 1 t/m 6 vanaf blz 70
Slide 13 - Slide
Om welke combinatie gaat het?
Hij zei dat hij vanmiddag ging tennissen.
A
BZ + HZ
B
HZ + HZ
C
HZ + BZ
D
BZ + BZ
Slide 14 - Quiz
Om welke combinatie gaat het?
Het is ongelooflijk, maar zij heeft dat echt tegen mij gezegd.
A
BZ + HZ
B
HZ + HZ
C
HZ + BZ
D
BZ + BZ
Slide 15 - Quiz
Om welke combinatie gaat het?
Wie aan mijn vriendje zit, zal ik een waarschuwing geven.
A
BZ + HZ
B
HZ + HZ
C
HZ + BZ
D
BZ + BZ
Slide 16 - Quiz
Benoem van onderstaande zinnen of je te maken hebt met een hoofdzin + hoofdzin, hoofdzin + bijzin of bijzin+hoofdzin
Op de bijeenkomst beloofde de directeur dat ze loonsverhoging zouden krijgen.
Slide 17 - Open question
Benoem van onderstaande zinnen of je te maken hebt met een hoofdzin + hoofdzin, hoofdzin + bijzin of bijzin+hoofdzin
We gaan nu zelf oefenen, omdat we het nu snappen.
Slide 18 - Open question
Denk je dat je de lesdoelen nu beheerst?
- Ik kan een hoofdzin en bijzin herkennen. - Ik weet hoe ik een hoofdzin en bijzin vind. - Ik weet wat nevenschikkende voegwoorden zijn. - Ik weet dan ook wat onderschikkende voegwoorden zijn.
A
Ja
B
Nee
Slide 19 - Quiz
Wat ga je doen?
Maken opdr. 3 en 11
Zelfstandig of samen met mij
Zelfstandig? Stilte, muziek toegestaan
Vragen? Steek je vinger op
Klaar? Maak opdr. 12
Na 15 min nakijken
Extra oefenen/uitleg? https://www.examenoverzicht.nl/nederlands/hoofdzinnen-en-bijzinnen