3T Chapitre 5 bron E + F

Chapitre 5
Bron
1 / 32
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Chapitre 5
Bron

Slide 1 - Slide

Leerdoelen:

Na vandaag kan ik in het Frans:
  • Een kort gesprek over het weekend houden.
  • Iets over mijn hobby's vertellen.
  • Vertellen hoe laat het is.
  • Vertellen of ik het ergens mee (on)eens ben.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Het is één uur.

Slide 14 - Open question

Het is kwart over twee.

Slide 15 - Open question

Het is half vijf.

Slide 16 - Open question

Het is kwart voor twee.

Slide 17 - Open question

Het is 12 uur ('s middags)

Slide 18 - Open question

Het is 12 uur ('s nachts).

Slide 19 - Open question

Je mening geven:
Mee eens:
  • Je suis tout à fait d'accord avec toi.
  • Moi aussi, je trouve ça super.
  • Moi aussi, je trouve ça nul.

Niet mee eens:
  • Je ne suis pas d'accord avec toi.

Slide 20 - Slide

Geef je mening over de volgende stellingen:
  • J'aime la physique.
  • Je préfère les sports d'équipe aux sports individuels.
  • J'aime la musique des "Snollebollekes".
  • Je n'aime pas la musique de Kanye West.
  • Je n'aime pas Mozart.
  • Je veux retourner à l'école!

Slide 21 - Slide

Nog even over de imparfait...

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Ik werkte
A
je travaillerais
B
je travaillais
C
je travaillerai
D
je travaillai

Slide 24 - Quiz

wij maakten
A
nou fairons
B
nous faisons
C
nous faisions
D
nous fairions

Slide 25 - Quiz

hij luisterde
A
il écoutait
B
il écouterait
C
il 'ecouta
D
il écoutera

Slide 26 - Quiz

ik koos
A
je choisais
B
je choisirais
C
je choissais
D
je choisissais

Slide 27 - Quiz

hij eindigde
A
il finissait
B
il finisissait
C
il finirait
D
il finirisait

Slide 28 - Quiz

Tips zinnen maken:
  • Begin met je onderwerp.
  • Zet alle werkwoorden bij elkaar (er zijn uitzonderingen! zoals bijvoorbeeld een ontkenning)
  • Dan de rest van de zin.
  • Tijdsbepaling komt hiervoor. (of helemaal achteraan)
  • Vraagwoord komt daar weer voor. (of helemaal achteraan)

Slide 29 - Slide

Waarom heb ik gisteren een boek gekocht in de winkel?
  • Begin met het onderwerp = je
  • Alle werkwoorden = ai acheté
    j'ai acheté
  • Rest van de zin er achter:
    J'ai acheté un livre dans le magasin.
  • Tijdsbepaling vooraan:
    Hier j'ai acheté un livre dans le magasin

Slide 30 - Slide

Waarom heb ik gisteren een boek gekocht in de winkel?
  • Vraagwoord hier weer voor:
    Pourquoi hier j'ai acheté un livre dans le magasin?
  • Tijdsbepaling mag ook achteraan:
    Pourquoi j'ai acheté un livre dans le magasin?

Slide 31 - Slide

Huiswerk week 8
  • Leren bron ABEFG 
  • Maken bron H

Slide 32 - Slide