meervoud

• Nederlands
• Basisschool
• Praktijkonderwijs
• Groep 6
• Leerjaar 2

MEERVOUD

doel van deze les

Ik kan meervoud maken met - en en -s 

(MEERVOUD = niet 1, maar 2 of meer )

Ik kan ook meervoud maken met 's en ik ken nog meer uitzonderingen.

eerst een paar vragen.....

wat weet je al?

Wat is het meervoud van plant?
1 plant, 2.........

1. plants
2. plantes
3. planten
4. plantens

Wat is het meervoud van tijd?
1 tijd, 2 ........

1. tijdens
2. tijds
3. tijds
4. tijden

Wat is het meervoud van boek?
1 boek, 2.........

1. boeks
2. boeken
3. boekes
4. boekt

regel 1: boeken, tijden, planten.....
Wat is dus de regel voor meervoud?

Wat is het meervoud van 'boom'?

1. boomen
2. bomen

Wat is het meervoud van 'roos'?

1. roosen
2. rosen
3. roozen
4. rozen

Wat is het meervoud van 'bos'?

1. bosen
2. bossen

Wat is het meervoud van 'golf'?

1. golfen
2. golven

de regel(1):

Meestal komt er: - en achter het woord als je meervoud maakt.

Dat is simpel!

Let op de spelling van lange en korte klank - woorden : boom - bomen/ roos - rozen/ bos - bossen/ golf - golven!!!

de tweede regel....

weer eerst een paar vragen:

meervoud van jongen?

meervoud van meisje?

meervoud van vinger?

meervoud van tafel?

regel 2:meervoud -s : meisjes/ tafels/jongens/vingers....de regel is?

de regel (2):

Na woorden die eindigen op:

  - je/ - el / -en / -er/ -ie

zet je een -s achter het woord om meervoud te maken

Wat is het meervoud van 'lepel'?

Wat is het meervoud van 'bed'?

meervoud op -s

meervoud op -en

lepel

kleur

tekst

bloem

beest

broer

emmer

pasje

gang

kamer

bed

zaal

kleed

jongen

Wat is het meervoud van 'kast'?

Wat is het meervoud van 'brief'?

Wat is het meervoud van broer?

Wat is het meervoud van 'kamer'?

Wat is het meervoud van 'kleed'?

Wat is het meervoud van 'gang'?

Onthouden:

Meervoud:

1) Meestal   - en achter het woord 

2) Na -e, -el, -er, -en -s achter het woord

3) na -a, -i, -o, -u en -y een 's achter het woord

Het LIDWOORD bij meervoud is altijd 'DE'

paraplu

1. paraplus
2. paraplu's

oma

1. oma's
2. omaas

Let op woorden die eindigen op een -f of -s in het meervoud

De -f wordt een -v : de golf- twee golven, de brief- twee brieven.

De s wordt een -z : de roos - twee rozen, het huis- twee huizen

Heeft een woord een korte klank dan schrijf je het meervoud met een extra medeklinker

de klas- de klassen

het bos - de bossen

de zin - de zinnen

de kus- de kussen

woorden met een -aa -oo -ee -uu krijgen in het meervoud 1 klinker

Het raam - de ramen

Het been- de benen

Het brood- de broden

de muur- de muren

uitzonderingen

uitzonderingen

glas - glazen

dak-   daken

weg - wegen

stad - steden

kind - kinderen

ei -       eieren