VMBO thema 2 basisstof 4 en 6 leerjaar 2

basisstof 4 en 6.
1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

basisstof 4 en 6.

Slide 1 - Slide

leerdoelen
basisstof 3:
3 Je kunt de functie van vertering, verteringssappen en enzymen beschrijven.
4 Je kunt de delen van een gebit noemen met hun functie.
5 Je kunt de werking en functie van de darmperistaltiek beschrijven.

basisstof 6:
-Je kunt in een afbeelding de delen van het verteringsstelsel benoemen.
-Je kunt de functies van de delen van het verteringsstelsel noemen.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

verteringsstelsel
de vetering begint bij de mond en eindigt bij de kont.

de route van het voedsel is als volgt: mondholte-slokdarm-maag-twaalfvingerige darm- dunne darm-dikke darm- endeldarm- anus.

Slide 4 - Slide

vertering
de voedingsstoffen die in voedingsmiddelen zitten moeten eerst beschikbaar gemaakt worden zodat deze in het bloed opgenomen kan worden.

de voedingsmiddelen worden in het verteringsstelsel omgezet in voedingsprocducten.

Slide 5 - Slide

mondholte.
vertering start in de mond.
in de mond liggen speekselklieren die een enzym uitscheiden-> speeksel
speeksel verteerd zetmeel.

tong duwt het eten de slokdarm in.
het strotklepje sluit de luchtpijp af bij het doorslikken.

Slide 6 - Slide

verteringssappen.
verteringssappen helpen bij het proces van het maken van voedingsproducten.
 een enzym is een verteringssap.
enzymen versnellen het omzetten. 
niet elk enzym past op elke voedingsstof. ze hebben dus specefieke functies.

de verteringssappen worden in verteringsklieren gemaakt: speekselklieren-maagsapklieren-lever-alvleesklier-darmklieren

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

darmperistaltiek
de beweging van de darmen noemen we darmperistaltiek.  voedingsvezels bevorderen de darmperistaltiek.

de darmwand bestaat uit kringspieren en lengtespieren.
de lengtespieren onstpangen zich voor het voedselbrok zodat er ruimte ontstaat. de kringspier spant zich aan (knijpbeweging) achter het voedselbrok. door de onstaande ruimte ervoor beweeg het voort.

Slide 9 - Slide

maag
de maag is constant in beweging door het samentrekken van de kringspieren en lengtespieren in de wand van de maag. 
de kringspier aan het einde van de maag (maagportier) laat af en toe voedsel uit de maag naar de twaalfvingerige darm. de maag dient daarom als een tijdelijke opslag plaats. 

in de wand van de maag zitten maagsapklieren deze produceren maagsap. maagsap bestaat uit water, zoutzuur en enzymen. maagsap breekt eiwitten af.

Slide 10 - Slide

twaalfvingerige darm
na de maag komt de voedselbrei terecht in de twaalfvingerige darm.

de lever en de alvleesklier zijn verbonden aan de twaalfvingerige darm.

na de twaalfvingerige darm komt het eten terecht in de dunne darm.

Slide 11 - Slide

lever
de lever produceert gal.

het gemaakte gal wordt tijdelijk opgeslagen in de galblaas. 

via de galbuis komt het gal in de twaalfvingerige darm 

Slide 12 - Slide

gal
gal emulgeert vetten.

vet lost niet op in water maar vormen juist grote vetdruppels. 

gal breekt de grote druppels af in kleinere druppels zodat ze makkelijk verteert worden.

Slide 13 - Slide

alvleesklier
de alvleesklier produceert alvleessap (enzym).

alvleessap breekt eiwitten, koolhydraten en vetten af.

Slide 14 - Slide

dunne darm
de dunne darm is ongeveer 8 meter lang.
in de darmwand zitten darmsapklieren die darmsap (enzym) maken. deze verteren eiwitten, koolhydraten en vetten. 

de wand van de dunne darm is ook sterk geplooid.  in deze plooien zitten uitstulpingen->darmvlokken
in de darmvlokken zitten bloedvaten en de wand hiervan is heel dun. 

In de dunne darm wordt water en de verteringsproducten opgenomen in het bloed.

Slide 15 - Slide

blinde darm
de overgang van de dunne darm naar de dikke darm noemen we de blinde darm.

bij een blinde darm ontsteking is het wormvormige aanhangsel ontstoken. deze heeft geen functie.

Slide 16 - Slide

dikke darm
de dikke darm is 1,5 meter lang

in de dikke darm wordt het laaste beetje vocht opgenomen.

na de dikke darm wordt de voedselbrei die we nu ontlasting noemen tijkdelijk opgeslagen in de endeldarm waarna het doorgaan van de anus het lichaam verlaat.

Slide 17 - Slide

opdrachten

Basisstof 4:
1-2-4-6-8-9-10-11


Basisstof 6:
1-2-3-4-5-6-7-8




leerdocument
basisstof 4:
-Je kunt de functie van verteringssappen en enzymen noemen.
-Je kunt de delen van een gebit noemen met hun functie.
-Je kunt de bouw en werking van de darmen beschrijven.

basisstof 6:
-Je kunt in een afbeelding de delen van het verteringsstelsel benoemen.
-Je kunt de functies van de delen van het verteringsstelsel noemen.

Slide 18 - Slide