Klas. 1 H/V/G H3: Par. 5

Hoofdstuk 3 - Arm en rijk
Paragraaf 5: Armoede bestrijden
1 / 16
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 3 - Arm en rijk
Paragraaf 5: Armoede bestrijden

Slide 1 - Slide

Leerdoelen





- Ik weet wat ontwikkelingshulp en -samenwerking zijn
-Ik  kan enkele hulporganisaties noemen
- Ik  weet welke soorten ontwikkelingshulp er zijn
- Ik  begrijp waarom ontwikkelingssamenwerking moeizaam kan verlopen


Slide 2 - Slide

Hulp aan arme landen

● Noodhulp
    - hulp bij een ramp
Ontwikkelingshulp
    - armoede bestrijden
Ontwikkelingssamenwerking
    - in overleg met arme landen
    - geld, goederen, kennis
    - rijke en arme landen worden meer gelijkmatige partners



Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Wie geven er ontwikkelingshulp?

  • Rijkere landen
    - Europese Unie
    - Verenigde Naties
    - UNICEF
    - Wereldbank
Niet-gouvernementele organisaties (ngo’s)
    - War Child
    - Aidsfonds
  • Bedrijven

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Europese Unie
    - allerarmste landen
    - hulp op veel gebieden
    - verbetering van de economie
Bedrijven
    - bijvoorbeeld installaties voor waterzuivering
Wereldbank
    - hulp op veel gebieden
NGO’s 
    - hulp op veel gebieden
    - thema’s, zoals aids of gehandicapte kinderen
Microkredieten
    - Kleine leningen voor een bedrijfje

Slide 7 - Slide

Hobbels bij ontwikkelingssamenwerking

Cultuurverschillen
    - verhoudingen tussen mannen en vrouwen
Gebrek aan kennis
    - onderhoud en reparatie (bijv. waterzuivering)
    - wantrouwen (bijv. inentingen)
Slechte infrastructuur
    - bereikbaarheid 


Slide 8 - Slide

Aan de slag!

- Bestuderen: paragraaf 3.5
- Maken opdrachten: alles


- Verrijking: Par. 3.9 Spanje
 (mag je uitspreiden over 3 weken)
- Extra oefening: Flitskaarten par. 3.7 en 3.8


Slide 9 - Slide

Met welke hulp kun je armoede beter bestrijden?
A
Ontwikkelingshulp
B
Ontwikkelingssamenwerking

Slide 10 - Quiz

Sleep het getal steeds naar juist als de stelling klopt en onjuist als de stelling niet klopt.
1. Als het gaat om hulp bij de voedselvoorziening in Nigeria, krijgt het land vooral noodhulp. 
2. Nigeria en andere Afrikaanse landen spelen in de wereldhandel vooral de rol van grondstofleverancier.
3. Een goed onderwijssysteem is een externe factor voor ontwikkeling.
4. Ontwikkelingshulp wordt alleen door regeringen gegeven.
Beoordeel de stellingen. 
Onjuist
Onjuist
Onjuist
Onjuist
Juist

Juist

Juist

Juist

1
2
3
4

Slide 11 - Drag question

Welke hulp is niet gericht op het bestrijden van armoede?
A
Microkrediet
B
Noodhulp
C
Ontwikkelingshulp
D
Ontwikkelingssamenwerking

Slide 12 - Quiz

Hulp zonder inspraak
Hulp in overleg
Samenwerking tussen twee landen
Samenwerking via de VN
Samenwerking via Oxfam
Ontwikkelingshulp
Ontwikkelingssamenwerking
Bilaterale hulp
Multilaterale hulp
niet gouvernementele organisaties

Slide 13 - Drag question

Wat bedoelen we met
'bilaterale hulp'?
A
Hulp van de Verenigde Naties
B
Hulp voor en door meerdere landen
C
Hulp tussen twee landen onderling
D
Hulp voor economische zelfstandigheid

Slide 14 - Quiz

De EU geeft Nigeria jaarlijks geld als steun. Dit is een voorbeeld van...
A
Noodhulp
B
Bilaterale hulp
C
Multilaterale hulp

Slide 15 - Quiz

Een autofabriek van bijvoorbeeld Volkswagen in Nigeria is vorm van:
A
Bilaterale hulp
B
Multilaterale hulp
C
Een Buitenlandse investering
D
Ontwikkelingssamenwerking

Slide 16 - Quiz