This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Het Interbellum
Duitsland onder Hitler
Slide 1 - Slide
Na de Eerste Wereldoorlog verloren veel Duitse burgers het vertrouwen in hun regering. Kies de antwoorden die uitleggen hoe dat komt.
A
De regering had het voor Duitsland vernederende Verdrag van Versailles getekend. Veel Duitse burgers waren daar kwaad om.
B
De regering legde de bevolking erg strenge wetten op. Toen Duitsland nog een keizer had, had de bevolking veel meer vrijheid.
C
De regering had de Republiek van Weimar veroverd. Dat was volgens veel Duitsers onverstandig, omdat het waarschijnlijk tot wraak van de geallieerden zou leiden.
D
De regering nam weinig effectieve maatregelen tegen de economische crisis.
Slide 2 - Quiz
Hoe wordt Duitsland genoemd tussen 1918 en 1933?
Slide 3 - Open question
Waarom werd Duitsland extra zwaar getroffen door de wereldwijde economische crisis?
A
Het Dawesplan werd stopgezet.
B
Duitsland had geld uitgeleend aan andere landen om de economie weer op te bouwen.
C
Hitler had enorme schulden gemaakt om het leger weer op te bouwen.
D
De Amerikaanse president had opdracht gegeven om alle Duitse producten uit Amerikaanse winkels te halen.
Slide 4 - Quiz
Hoe heet het plan in 1924 om Duitsland economisch te helpen?
Slide 5 - Open question
Een vrouw laat haar kachel branden op papiergeld. Waar en wanneer is deze foto gemaakt?
A
in de Verenigde Staten, kort na de beurskrach van 1929
B
in Duitsland, tussen 1921 en 1924, toen de inflatie extreem hoog was
C
in Italië, kort nadat Mussolini aan de macht kwam.
D
in de Republiek van Weimar, direct nadat de keizer naar Nederland was gevlucht
Slide 6 - Quiz
Wat doet Hitler?
Die zegt hetzelfde als altijd: het is de schuld van het Verdrag van Versailles, joden, communisten, enz.
Hitler had na de mislukte staatsgreep besloten om alleen nog via verkiezingen aan de macht te komen...
...en mensen stemmen massaal op hem!
Slide 7 - Slide
Hitler wordt kanselier
30 januari 1933
Na de verkiezingen van november 1932, waarbij de NSDAP de grootste werd, wordt het land vrijwel onbestuurbaar
Andere partijen (en de president) kunnen niet meer om Hitler heen:
hij wordt kanselier (minister-president).
Slide 8 - Slide
Invoeringen in Duitland vanaf 1933 (1)
Übermenschen: Ariërs, Germanen. De beste mensen
Untermenschen. Mensen onderaan de samenleving die een gevaar kunnen vormen (Oost-Europeanen, communisten, Joden, Homoseksuelen).
Slide 9 - Slide
Invoeringen in Duitland vanaf 1933 (2)
Gelijkschakeling: iedereen in Duitsland moest hetzelfde gaan denken. Hiervoor oa scouting waar alle jeugd lid van moest zijn: Hitlerjugend (jongens) & Bund Deutscher Mädel (BDM, meisjes).
Dit is onderdeel van indoctrinatie: alles herhalen tot je het gelooft.
Slide 10 - Slide
Machtsovername
Beurskrach zorgt voor economische crisis Dawesplan.
NSDAP grootste partij Hitler word Kanselier.
1933: Nieuwe verkiezingen en de Rijksdag brand door Marinus van der Lubbe Noodtoestand! SA en SS knokken er op los.
NSDAP 44% van de stemmen, maar machtigingswet geeft Hitler de macht.
Slide 11 - Slide
De Rijksdag brand!
Marinus van der Lubbe
- Nederlandse Communist
Slide 12 - Slide
Trouw aan de Führer
vanaf 1934
Hitlerjugend: jongens werden voorbereid op een leven als soldaat die zonder nadenken de bevelen van de Führer opvolgde.
Bund Deutscher Mädel: meisjes leerden er hoe zij een goede huisvrouw konden zijn en dat de ideale Duitse vrouw veel kinderen baarde.
Slide 13 - Slide
Hoe heet de fascistische leider van Italië?
Slide 14 - Open question
Welke hoort niet bij Mussolini?
A
Geweld is goed
B
Democratie is slecht
C
Joden zijn slecht
D
Nationalisme is belangrijk
Slide 15 - Quiz
Beveiliging
Gestapo
SS- Schutzstaffel - Zwarthemden (lijfwachten)
SA - Sturmabteilung - Bruinhemden (knokploeg)
Slide 16 - Slide
Neurenberger Rassenwetten
1935
Deze wetten moeten de rechten voor Joden sterk beperken, met als doel dat ze 'vrijwillig' uit Duitsland zouden vertrekken.
Zo mogen Joden geen Duitser meer zijn, of trouwen met een Duitse burger
Slide 17 - Slide
Welk onderdeel van het nazisme is niet per definitie ook fascistisch?
A
Geweld is goed
B
Er is één sterke leider
C
Jodenhaat
D
Democratie is onzin
Slide 18 - Quiz
Duitse troepen in het Rijnland
1936
In het Verdrag van Versailles stond dat er geen Duitse soldaten in het Rijnland mochten zijn (gedemilitariseerd).
Hitler houdt zich hier niet aan, maar Engeland en Frankrijk zijn terughoudend in hun reactie: zij zitten niet te wachten op een nieuwe oorlog
Slide 19 - Slide
Der Anschluß
maart 1938
Hitler wil alle Duitsers in één Groot Duits Rijk (Heim ins Reich).
Hij maakt handig misbruik van de politieke chaos in Oostenrijk en speelt in op de gevoelens van het Oostenrijkse volk.
Hij annexeert Oostenrijk en maak het een deel van het Duitse Rijk (Ostmark).
Slide 20 - Slide
Conferentie van München
september 1938
Frankrijk en Engeland zijn geschrokken van de Anschluß, maar willen geen oorlog (Appeasement)
Hitler belooft dat er geen oorlog komt als hij Sudetenland, Tsjecho-Slowakije, krijgt.
Duitsland, Engeland, Frankrijk en Italië komen tot een akkoord.
Slide 21 - Slide
Net als Oostenrijk, valt Sudetenland onder de Heim ins Reich-politiek, waarbij alle gebieden met Duitsers weer bij Duitsland moeten horen. Sudetenland was na de Eerste Wereldoorlog deel van de nieuwe staat Tsjecho-Slowakije geworden.
Slide 22 - Slide
Kristallnacht
9 november 1938
In Parijs vermoordt een jonge Jood, Herschel Grynszpan, een Nazi.
Na een vlammende radiotoespraak van Joseph Goebbels, trekken Duitsers massaal de straat op om eigendommen van Joden te vernielen.
De politie en SS kregen de opdracht om niet in te grijpen.
Slide 23 - Slide
Geef een ander woord voor Jodenhaat
Slide 24 - Open question
Hitler vond dat de Untermenschen meer rechten moesten hebben
A
waar
B
niet waar
Slide 25 - Quiz
Hitler wint de verkiezingen van 1933 en is daarom Rijkskanselier geworden
A
waar
B
niet waar
Slide 26 - Quiz
Hoe heet de scoutinggroep waar jongens verplicht lid van moesten zijn?