Paragraaf 3.4 Part 2

1 / 14
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Welcome
Everyone!

Slide 2 - Slide

Today's goal
LEERDOELEN
- Ik weet hoe ik de Present Simple moet gebruiken en toe moet passen in een zin







Slide 3 - Slide

- today -
  • Homework
  • Present Simple
  • Individual work

Slide 4 - Slide

Let's work
Kader: Paragraaf 3.4 Opdracht 1 t/m 3 + 7 t/m 9
Basis: Paragraaf 3,4 Opdracht 1 t/m 5

Klaar --> Test Jezelf + woordentrainer

Slide 5 - Slide

Present Simple (=Heden)

Slide 6 - Slide

Waneer gebruik je de present Simple?
  1. Feit (Gras is groen; Grass is green)
  2. Gewoonte (Ik ga altijd lopen naar school; I always walk to school)
  3. Regelmaat (iedere dinsdag ga ik voetballen; Every tuesday I go play football) 

Slide 7 - Slide

Hoe maak je een bevestigende zin (+) 
de Present Simple?
I drink 
You drink
He drinks
She drinks
It drinks
We drink
They drink
You drink
Regel: Schrijf het hele werkwoord op.

Bijvoorbeeld: 
drink, work, speak eat, sleep.

Slide 8 - Slide

Present simple
They ...... (to visit) us every summer.
timer
0:20
A
visit
B
visits

Slide 9 - Quiz

Hoe maak je een bevestigende zin (+) 
de Present Simple?
I drink
You drink
He drinks
She drinks
It drinks
We drink
They drink
You drink
SHIT-regel!
Bij he/she/it schrijf je een s achter het werkwoord 
Regel: Schrijf het hele werkwoord op.

Slide 10 - Slide

Present simple
He ..... (to call)
timer
0:20
A
call
B
calls

Slide 11 - Quiz

Present simple
I never ....... (to wear) this dress to school.
timer
0:20
A
wear
B
wears

Slide 12 - Quiz

0

Slide 13 - Video

Let's work
Wat?
Kader: Paragraaf 3.4 Opdracht 4 t/m 6
Basis: Paragraaf 3,4 Opdracht 6 t/m 8
Hoe?
Maak de opdrachten over de Present Simple
Met wie?
Alleen
Tijd?
Tot het einde van de les
Hulp?
Steek je hand op. 
Klaar?
paragraaf 3.4 afmaken + woordentrainer

Slide 14 - Slide