AGZ - introductie

keuzevak 
Assisteren 
in de gezondheidszorg
1 / 21
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

keuzevak 
Assisteren 
in de gezondheidszorg

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen 
Start laatste keuzevak: Assisteren in de gezondheidszorg
Doornemen planning
Start blok 1 

Slide 2 - Slide

Blok 1: In het gezondheidscentrum

Slide 3 - Slide

Welke beroepen zijn er op het gebied van
assisteren in de gezondheidszorg?

Slide 4 - Mind map

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Bij welke beroepen is zelfstandig kunnen werken belangrijk?
timer
0:10000
A
Apothekersassistent
B
Doktersassistent
C
Verpleegassistent
D
Tandartsassistent

Slide 10 - Quiz

Over welke kennis moet een tandartsassistente beschikken?
timer
0:15000
A
Anatomie van het gebit
B
Vervaardigen van kunstgebit
C
Werking van de spijsvertering
D
Mondhygiëne

Slide 11 - Quiz

Wat is de belangrijkste taak van een apothekersassistente?
timer
0:15000
A
Medicijnen in doosjes inpakken
B
De hele bijsluiter voorlezen aan de patiënt
C
Uitleg geven over medicatie
D
Medicijnen voorschrijven

Slide 12 - Quiz

Welke medisch-technische handelingen mag een doktersassistente uitvoeren?
timer
0:10000
A
Oren uitspuiten
B
Wratjes aanstippen
C
Bloeddruk meten
D
Oorgaatjes prikken

Slide 13 - Quiz

Hoe noem je dit instrument?

timer
0:10000
A
Horrorscoop
B
Borstkijker
C
Stethoscoop
D
Doktersslang

Slide 14 - Quiz

Wat is een zorgverlener?
A
Iemand die zorg geeft
B
Iemand die zorgt krijgt
C
Iemand die geen zorg nodig heeft
D
Iemand die een ander zomaar helpt

Slide 15 - Quiz

Welke zorgverleners kunnen er in een
gezondheidscentrum bij elkaar zitten?

Slide 16 - Mind map

Slide 17 - Video

Gezondheidszorg in Nederland
Eerstelijns zorg (geen verwijzing): huisarts, fysiotherapeut, tandarts. 
Tweedelijns zorg (wel een verwijzing): specialisten in het ziekenhuis. 

Slide 18 - Slide

Plaats van behandeling 
Intramurale zorg: Binnen de muren van een instelling 
     Bijv. zorg in ziekenhuis, verpleeghuis, psychiatrische instelling 
Extramurale zorg: Buiten de muren van een instelling 
     Bijv. zorg aan huis, kraamzorg 
Transmurale zorg: zowel in een instelling als daarbuiten 
     Bijv. zorg voor patiënten met een lichamelijke aandoening     (operatie/thuiszorg) 
Semimurale zorg: tussen intramurale en extramurale zorg. 
     Bijv. Aanleunwoning of dagopvang. 

Slide 19 - Slide

Taken en functies in de zorg
Zorgbehoefte van de patient: 
1. Curatieve zorg: gericht op genezing
2. Preventie: voorkomen van ziekten
3. Leven met een ziekte of handicap
4. Geboortezorg: kraamzorg, verloskundige
5. Palliatieve zorg: in de laatste levensfase

Slide 20 - Slide

Aan de slag
Maak de volgende opdrachten:
  • Opdracht 1.1 en 1.2
  • Opdracht 2
  • Opdracht 3 (3.5 niet)
  • Opdracht 4
  • Opdracht 8

Slide 21 - Slide