5hs kua p2 laatste les

5hs kua p2 laatste les
1 / 38
next
Slide 1: Slide
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

5hs kua p2 laatste les

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Welkom!
Telefoon weg
Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
Schoolspullen op tafel: laptop, schrift, begrippenboekje, pen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Vandaag
Leertips
Modernisme snel-snel!
Examenvraag samen
Examenvragen zelfstandig
Doelen:
-ik weet precies wat en hoe ik ga leren voor SE
-Ik weet hoe ik kan oefenen  voor het SE
-Ik kan het modernisme vanuit de kernconcepten uitleggen

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

50% leren, 50% oefenen
-Lesson-Ups
-eigen aantekeningen
-Boek voor extra voorbeelden ---->zo begrijp je het beter
-Onze SAMENVATTING = DE KERN
Begrippenboekje.................!!

Oefenen? Facet-website (zie alle Somtoday's)

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Veelgemaakte fouten
> Te korte antwoorden.  "De kleuren."  "Het is simpel afgebeeld.".
>veel fouten door verkeerd antwoord op aspecten. Begrippenboekje!
>Te snel lezen. of: Voorstelling of vormgeving?
> "Noem 2 .."    En dan 4 dingen noemen.
> Een verhaaltje opschrijven, en dat ik moet zoeken of je 3 dingen noemt.
>Herhaling van de vraag of brontekst, maar dat het lijkt op een antwoord.
>Hele algemene/vage antwoorden met moeilijke woorden, waar eigenlijk niks staat.

> Jouw antwoord heeft correcte informatie, goed uitgelegd,
maar geeft geen antwoord op de vraag..

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Tips toets:
1. Lees goed de vraag. Wat wordt er gevraagd? Begrijp je alle woorden?
2. Geef antwoord in volledige zinnen. Wat is 'het'? 
3. Check of jouw antwoord een kop-romp-staart heeft.
4. Geef je echt antwoord op de vraag?
5. Leer de analysebegrippen uit je hoofd!           Dans: ruimte-tijd-kracht. 
6. Voorstelling en vormgeving



Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Kunst analyseren

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Het Modernisme
  • Het modernisme in de kunsten ontstaat aan het eind van de negentiende eeuw en het begin van de twintigste eeuw. 

  • Het modernisme houdt in: het ontstaan van een breuk tussen de oude maatschappij/kunst en de nieuwe maatschappij/kunst. 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Hoe zag je die breuk?

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Film
Oude film, modernistische film?

Slide 13 - Slide

This item has no instructions


19e eeuw

20e eeuw
Muziek

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

19e eeuw
20e eeuw
Theater

Slide 15 - Slide

Het academische (klassieke) ballet met zijn vaststaande pasjes en het streven naar sprookjesachtige gewichtloosheid vindt de avant-garde niet meer interessant. 
Hoe ontstond de breuk?
Die breuk kwam doordat er hele hoop nieuwe ontwikkelingen plaats vonden op ontzettend veel gebieden:
  • Infrastructuur maakte reizen en andere vrijetijdsbesteding mogelijk (nieuwe plekken = nieuwe inspiratie) 
  • Nieuwe materialen en technieken werden uitgevonden
  • De psychologie kwam op (Freud)
  • Technische ontwikkelingen zoals; film, radio, telefoons, auto’s, treinen
  • De opdrachtgevers veranderen (niet langer alleen adel en kerk, maar nu ook bourgeoisie en staat)
 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

De kunstenaars in het Modernisme
  • Kunstenaars willen allemaal iets nieuws!
  • De kunstenaars die hier mee starten noemen we: Avant-garde kunstenaars (dit zijn kunstenaars die zich niet langer konden of wilden aansluiten bij de heersende opvattingen van de elite.)
  • -> gevolg: Kunstenaars worden steeds zelfstandiger = AUTONOOM
    en kiezen zelf wat ze uitbeelden/iedeen zijn achter hun kunst.
  • Dus er ontstaan nieuwe stromingen en ontwikkelingen binnen alle genres (beeldend, dans, drama, muziek, architectuur en film)

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Accenten binnen het onderwerp MODERNISME (1e helft 20e eeuw)
avantgardistische stromingen;
• expressie en abstractie;
• architectuur: functionalisme;
• ontwikkelingen in de kunsten in Rusland (bijvoorbeeld constructivisme);
• psychologisch realisme (Konstantin Stanislavski) en episch theater (Bertolt Brecht);
• vernieuwing van de academische dans (bijvoorbeeld Les Ballets Russes) en ontstaan moderne
theaterdans (bijvoorbeeld Isadora Duncan, Martha Graham); dansrages;
• expressionisme en atonaliteit in de muziek;
• ontstaan nieuwe muzieksoorten: blues en jazz;
• ontwikkelingen en experimenten binnen film (bijvoorbeeld Sergei Eisenstein, Duits expressionisme,Hollywoodgenres en animaties).

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Stromingen

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Tekst
aspecten van de VOORSTELLING
aspecten van de VORMGEVING
Wat zie ik?
Wat hoor ik?
Wat is het verhaal?
Hoe klinkt het ?
Hoe is het schilderij ingedeeld ?
Hoe bewegen de danseressen over het podium  ?
Hoe wordt de sfeer weggezet in de film ?
Welke materialen zijn gebruikt?
Hoe ziet het kostuum eruit?

Slide 21 - Drag question

This item has no instructions

VOORSTELLING vs VORMGEVING
  • Voorstelling: Wat wordt er afgebeeld? Wie? Waar? Verhaal? 
  • Vormgeving: Hoe wordt dit afgebeeld? Check je analyseboekje voor de beeldende aspecten (compositie, licht, kleur etc.)
---> Objectief

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Examenvraag analyseren

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Tekst

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

-1 Aspect voorstelling kenmerkend voor expressionisme
-Drie aspecten van vormgeving kenmerkend voor expressionisme

Slide 26 - Open question

This item has no instructions

ANTW vr 9
maximumscore 4
• voorstelling (een van de volgende): 1
 Er is een energieke/wilde/uitbundige dans te zien.
 Er is een niet-academische / exotische dans te zien.
 Er zijn dansende vrouwen te zien (een typisch expressionistisch
thema). 
vormgeving (drie van de volgende): 3
 (vorm) De vormen zijn vereenvoudigd / geabstraheerd.
 (vorm) De vormen zijn hoekig / gedeformeerd.
 (vorm) Sommige vormen bestaan uit dikke lijnen.
 (vorm) De vormen zijn alleen met contouren aangegeven.
 (ruimte) Het beeld is plat (er is weinig dieptewerking).
 (licht) Er is een hard contrast tussen licht en donker / (bijna) geen
schaduw. 

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Video

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

1. Cultuur van het moderne 

Film

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
o Ik weet wat de invloed van de TECHNOLOGISCHE ONTWIKKELINGEN op de kunsten is (bv elektrisch licht, auto, treinen, radio) : montage-technieken
o Ik weet dat kunstenaars streven naar puurheid en directheid in de EXPRESSIE: expressionistische film
o Ik weet wat film als amusement is: Disney animatie, musicalfilm

o Ik weet wat ontwikkelingen en experimenten binnen film zijn: Eisenstein, Duits expressionisme, Hollywood, aninmaties

Slide 32 - Slide

This item has no instructions


19e eeuw

20e eeuw
VERNIEUWING EN VOORUITGANGSDENKEN: Breken met het verleden​
Amusement
Expressie
abstract (=geen verhaal)
Onderzoekend naar kern film
Science Fiction (futuristisch)
Propaganda




Slide 33 - Slide

This item has no instructions

1. Cultuur van het moderne 
Theater

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
o Ik begrijp het streven naar VERNIEUWING; breuk met het verleden (van 19e naar 20e eeuw)
o Ik kan uitleggen wat wordt bedoeld met het uitdrukken van innerlijke gevoelens van kunstenaar, zoals angst en vervreemding (kernconcept: EXPRESSIE EN VERVREEMDING)
o Ik weet/herken hoe kunstenaars de essentie van elke discipline onderzoeken (kernconcept: ONDERZOEK NAAR GRONDSLAGEN)
o Ik weet wat episch theater en vervreemdingseffecten (Brecht) zijn
o Ik weet  wat method acting is (Stanislavski)
Begrippen: episch theater, vervreemdingseffecten, psychologisch realisme (Stanislavski), Bauhaus

o Ik weet welke begrippen bij kunstanalyse theater horen

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

19e eeuw
20e eeuw
VERNIEUWING EN VOORUITGANGSDENKEN: Breken met het verleden​

Slide 36 - Slide

Het academische (klassieke) ballet met zijn vaststaande pasjes en het streven naar sprookjesachtige gewichtloosheid vindt de avant-garde niet meer interessant. 

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

4. Check leerdoelen
  • Ik weet het verschil tussen voorstelling en vormgeving
  • Ik weet welke vormgevingsaspecten horen bij kunstvormen: beeldend, theater, muziek, film, dans
  • Ik weet hoe ik een volledig antwoord geef op een examenvraag
  • Ik begrijp hoe je begrippen toepast in een examenvraag op een nieuw voorbeeld

Slide 38 - Slide

This item has no instructions