4.1 Een stroomkring maken

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Vandaag

- Het proefwerk bespreken

- 4.1: Een stroomkring maken

4.1 Een stroomkring maken

- Je kunt verschillende onderdelen van een stroomkring noemen en uitleggen hoe je een stroomkring maakt

- Je kunt het verschil tussen geleiders en isolatoren beschrijven en voorbeelden van beiden noemen

- Je kunt uitleggen op welke manier je de stroomsterkte meet

Stroomkringen

Stroomkring

3 Onderdelen:

- Batterij

- Snoer

- Lampje (of een ander apparaat)

Maar wat is dat "stroom" nou?

Stroomt er iets en wat dan precies?

Elektrische stroom

- Bestaat uit bewegende "lading"

- Wat is lading? --> Meneer Van Beurden legt het verder uit

- Wat gebeurt er als de stroomkring onderbroken wordt? 

Isolerende en geleidende stoffen

- Geleiders: stoffen waar een elektrische stroom makkelijk doorheen kan lopen
> Basically alle metalen (de een beter dan de ander tho)

- Isolatoren: stoffen die een elektrische stroom niet of heel slecht doorlaten

> Voorbeelden: lucht, rubber, glas en de meeste soorten plastic

> Geen metaal? Dan vaak een isolator

Schakelaar

- Hiermee kun je de stroom aan- en uitzetten

- Als je met een schakelaar de stroom uitzet, verbreek

je de stroomkring: 

de stroomkring is open, niet gesloten

De stroom meten

- Dit doe je met een stroommeter

- Je meet hoe "sterk" de elektrische stroom door een stroomkring is

- Je meet hoeveel lading er in één seconde voorbijkomt = de stroomsterkte

Stroomsterkte (I)

- De eenheid van stroomsterkte is ampère (A)

- Andere naam voor stoommeter is dan ook ampèremeter

- Stroom meet je vaak in mA, maar kan ook in A  

(250 mA = 0,250 A)

Huiswerk

Nader te bepalen door jullie (zeer aardige) docent