What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
herhalingsles Havo 2
Ademhaling en verbranding
Deze les
- herhalen (wat weet je al?)
- vragen lesstof thema 1
1 / 32
next
Slide 1:
Slide
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
This lesson contains
32 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Ademhaling en verbranding
Deze les
- herhalen (wat weet je al?)
- vragen lesstof thema 1
Slide 1 - Slide
1.1 Stofwisseling
* Je kunt uitleggen dat planten bij de fotosynthese energie vastleggen in glucose.
* Je kunt uitleggen dat bij de afbraak van glucose energie vrijkomt.
Slide 2 - Slide
Nodig
voor fotosynthese
Ontstaat
bij fotosynthese
Reactie van fotosynthese
Zuurstof
Koolstofdioxide
Water
Licht
Glucose
Slide 3 - Drag question
Voor welk proces heb je glucose eigenlijk nodig?
A
Ademhaling
B
Fotosynthese
C
Verbranding
D
Accommoderen
Slide 4 - Quiz
1.2 Verbranding
* Je kunt het verband uitleggen tussen verbranding in cellen en lichamelijke activiteit.
* Je weet dat bij verbranding zuurstof wordt verbruikt en koolstofdioxide ontstaat.
Slide 5 - Slide
Hoe heet de afbraak van glucose?
A
Fotosynthese
B
Ademhaling
C
Verbranding
D
Vertering
Slide 6 - Quiz
Wat gebeurt er tijdens inspanning met de verbranding in ons lichaam? En met de ademhaling?
A
De verbranding neemt af, ademhaling neemt toe.
B
De verbranding neemt af, de ademhaling neem ook af.
C
De verbranding neemt toe, de ademhaling neemt ook toe.
D
De verbranding neemt toe, de ademhaling neemt af.
Slide 7 - Quiz
Wat gebeurt er in je lichaam tijdens het hardlopen in vergelijking met een avondje Netflix kijken op de bank?
(niet alle woorden worden gebruikt)
Er vindt verbranding plaats.
Je spieren hebben zuurstof nodig.
Je hart gaat kloppen.
Je gaat Ademhalen.
Meer
Minder
Meer
Minder
Sneller
Langzamer
Langzamer
Sneller
Slide 8 - Drag question
Zuurstof is nodig voor
A
Vertering
B
Verbranding
C
Ademhaling
Slide 9 - Quiz
Twee uitspraken:
Ken zegt: Als je lichaam meer wil verbranden gaan je hartslag en ademhaling omhoog
Wim zegt: Gemiddeld hebben meisjes meer energie nodig dan jongens
Wie heeft gelijk?
A
ken
B
wim
C
beide
D
niemand
Slide 10 - Quiz
1.3 Ademhalingsstelsel
* Je kunt de delen van het ademhalingsstelsel benoemen met hun kenmerken en functies.
Slide 11 - Slide
Onderdelen ademhalingsstelsel
neusholte
luchtpijp
long
middenrif
strotten-klepje
slokdarm
longblaasje
Slide 12 - Drag question
In welk deel komt slijmvlies met trilharen voor?
In welk deel komt slijmvlies met trilharen voor?
A
1
B
2
C
3
Slide 13 - Quiz
1.4 Ademhalen
* Je kunt de verschillen noemen tussen ingeademde lucht en uitgeademde lucht.
* Je kunt beschrijven hoe een inademing en een uitademing tot stand komen.
Slide 14 - Slide
Hoe noemen we het proces waarbij zuurstof uit de longblaasjes aan het bloed wordt afgegeven en koolstofdioxide weer wordt opgenomen uit het bloed?
A
Ademhaling
B
Verbranding
C
Gaswisseling
D
Bloedtransport
Slide 15 - Quiz
Wat is hooikoorts?
A
koorts die je krijgt van bomen en planten
B
allergie tegen bladeren van bomen
C
koorts die je krijgt van gras
D
allergie tegen pollen van bomen, planten en gras
Slide 16 - Quiz
1.5 Gezonde luchtwegen
* Je kunt uitleggen wat je zelf kunt doen om je luchtwegen gezond te houden.
* Je kunt beschrijven wat hooikoorts is.
Slide 17 - Slide
Wat is geen verschijnsel van hooikoorts?
A
beschadigde longblaasjes
B
niesbuien
C
ontstoken slijmvlies
D
tranende ogen
Slide 18 - Quiz
1.6 Ademhalen bij dieren
Je kunt beschrijven hoe de gaswisseling plaatsvindt bij verschillende diergroepen
Slide 19 - Slide
Ademhalen bij dieren
A
Vogels met tracheeën en vissen met kieuwen
B
Vissen met kieuwen en eencelligen met stigma's
C
Eencelligen met celmembraan en vogels met longen
D
Vogels met longen en eencelligen met stigma's
Slide 20 - Quiz
Waarmee halen dieren adem?
Sleep het dier naar het juiste ademhalings
orgaan
Kieuwen
longen en huid
cel-
membraan
tracheeën
longen
Slide 21 - Drag question
1.7 Roken en blowen
Je kent de mogelijke gevolgen van verslaving aan roken en blowen.
Slide 22 - Slide
Wat is blowen?
A
Blowen is het roken van sigaretten
B
Blowen is het roken van shag
C
Blowen is het snuiven van softdrugs
D
Blowen is het roken van softdrugs afkomstig van de hennepplant
Slide 23 - Quiz
Kinderen van rokende ouders roken vaker dan kinderen van niet-rokende ouders.
Is deze bewering juist of onjuist?
A
juist
B
onjuist
Slide 24 - Quiz
Rook is een mengsel.
Waaruit bestaat rook?
A
vaste deeltjes, fijn verdeeld in een gas
B
vaste deeltjes, fijn verdeeld in een vloeistof
C
vloeistofdruppeltjes, fijn verdeeld in een gas
D
vloeistofdruppeltjes, fijn verdeeld in een vloeistof
Slide 25 - Quiz
koudbloedig en warmbloedig
Je kunt het verschil in verbranding bij koudbloedige en warmbloedige dieren beschrijven.
Slide 26 - Slide
Mensen zijn warmbloedig. Wat betekent warmbloedig?
A
Dat je het in de winter warmer hebt dan in de zomer.
B
Dat je het in de winter juist kouder hebt dan in de zomer.
C
Dat je lichaam steeds heel erg van temperatuurt verandert.
D
Dat je lichaamstemperatuur vrijwel constant blijft.
Slide 27 - Quiz
Noem een voordeel van warmbloedig zijn
A
Ze hebben minder slaap nodig
B
Ze hebben grote oren
C
Ze zijn sneller dan koudbloedige dieren
D
Ze zweten minder
Slide 28 - Quiz
hoe zijn warmbloedige dieren aangepast in een warme omgeving of koude omgeving?
kleine oren
grote oren
lange poten
korte poten
vetlaag
kippenvel
warme omgeving
koude omgeving
dunnevacht
Slide 29 - Drag question
Hoe zorgen koudbloedige dieren voor verwarming?
A
Niet, ze kunnen zelf lichaamswarmte produceren
B
Ze gaan meer bewegen om het warmer te krijgen.
C
Ze gaan onder andere in de zon liggen om op te warmen.
D
Ze gaan meer eten waardoor ze energie krijgen.
Slide 30 - Quiz
Welke van onderstaande stellingen over koudbloedige dieren is niet juist?
A
De verbranding in cellen is afhankelijk van de temperatuur
B
Bij een lage temperatuur zijn deze dieren erg actief
C
Sommige van deze dieren doorlopen een winterslaap
D
Lichaamstemperatuur is gelijk aan die van de omgeving
Slide 31 - Quiz
Ben jij klaar voor de oefentoets?
A
ja
B
nee
Slide 32 - Quiz
More lessons like this
bs1, 2 en 8 Wat is verbranding
January 2022
- Lesson with
24 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
thema 1 b2 verbranding
August 2020
- Lesson with
27 slides
frans
Secundair onderwijs
Herhaling THEMA Verbranding
September 2022
- Lesson with
28 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Th1 Bs2 Verbranding
September 2024
- Lesson with
20 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
samenvatting thema 1 verbranding en ademhaling
June 2024
- Lesson with
41 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
afronden 1.1 + UL 1.2 + 1.8 + LO 2 & P 1+3+5
September 2023
- Lesson with
24 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
ademhaling en verbranding
October 2024
- Lesson with
21 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
10.5 en 10.6
December 2023
- Lesson with
22 slides
Biologie
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2